Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. loshangend:
  2. loshangen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor loshangend (Nederlands) in het Frans

loshangend:

loshangend bijvoeglijk naamwoord

  1. loshangend (vrij hangend)
    flottant; dénoué; relâché

Vertaal Matrix voor loshangend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flottant loshangend; vrij hangend drijvend; flodderig; slobberig; slodderig; wapperend; zwevend
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
flottant drijvend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dénoué loshangend; vrij hangend uiteengerafeld; uitgeplozen; uitgerafeld
relâché loshangend; vrij hangend bevrijd; gered; krukkig; natuurlijk; onbeholpen; ongedwongen; ongekunsteld; onhandig; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlost; vrijgegeven

loshangend vorm van loshangen:

loshangen werkwoord (hang los, hangt los, hing los, hingen los, losgehangen)

  1. loshangen (loszitten)
    bouger; ne pas tenir; être mal fixé; branler; être instable
    • bouger werkwoord (bouge, bouges, bougeons, bougez, )
    • ne pas tenir werkwoord
    • être mal fixé werkwoord
    • branler werkwoord (branle, branles, branlons, branlez, )
    • être instable werkwoord

Conjugations for loshangen:

o.t.t.
  1. hang los
  2. hangt los
  3. hangt los
  4. hangen los
  5. hangen los
  6. hangen los
o.v.t.
  1. hing los
  2. hing los
  3. hing los
  4. hingen los
  5. hingen los
  6. hingen los
v.t.t.
  1. heb losgehangen
  2. hebt losgehangen
  3. heeft losgehangen
  4. hebben losgehangen
  5. hebben losgehangen
  6. hebben losgehangen
v.v.t.
  1. had losgehangen
  2. had losgehangen
  3. had losgehangen
  4. hadden losgehangen
  5. hadden losgehangen
  6. hadden losgehangen
o.t.t.t.
  1. zal loshangen
  2. zult loshangen
  3. zal loshangen
  4. zullen loshangen
  5. zullen loshangen
  6. zullen loshangen
o.v.t.t.
  1. zou loshangen
  2. zou loshangen
  3. zou loshangen
  4. zouden loshangen
  5. zouden loshangen
  6. zouden loshangen
en verder
  1. ben losgehangen
  2. bent losgehangen
  3. is losgehangen
  4. zijn losgehangen
  5. zijn losgehangen
  6. zijn losgehangen
diversen
  1. hang los!
  2. hangt los!
  3. losgehangen
  4. loshangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor loshangen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouger loshangen; loszitten agiteren; beroeren; bewegen; in beroering brengen; in beweging brengen; manoeuvreren; marcheren; omroeren; oppoken; opstoken; roeren; verroeren; zich bewegen; zich verplaatsen
branler loshangen; loszitten aftrekken; zich aftrekken
ne pas tenir loshangen; loszitten
être instable loshangen; loszitten wisselvallig zijn
être mal fixé loshangen; loszitten

Verwante vertalingen van loshangend