Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mazen:
  2. maas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mazen (Nederlands) in het Frans

mazen:

mazen werkwoord (maas, maast, maasde, maasden, gemaasd)

  1. mazen
    mailler
    • mailler werkwoord (maille, mailles, maillons, maillez, )

Conjugations for mazen:

o.t.t.
  1. maas
  2. maast
  3. maast
  4. mazen
  5. mazen
  6. mazen
o.v.t.
  1. maasde
  2. maasde
  3. maasde
  4. maasden
  5. maasden
  6. maasden
v.t.t.
  1. heb gemaasd
  2. hebt gemaasd
  3. heeft gemaasd
  4. hebben gemaasd
  5. hebben gemaasd
  6. hebben gemaasd
v.v.t.
  1. had gemaasd
  2. had gemaasd
  3. had gemaasd
  4. hadden gemaasd
  5. hadden gemaasd
  6. hadden gemaasd
o.t.t.t.
  1. zal mazen
  2. zult mazen
  3. zal mazen
  4. zullen mazen
  5. zullen mazen
  6. zullen mazen
o.v.t.t.
  1. zou mazen
  2. zou mazen
  3. zou mazen
  4. zouden mazen
  5. zouden mazen
  6. zouden mazen
diversen
  1. maas!
  2. maast!
  3. gemaasd
  4. mazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor mazen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mailler mazen

Verwante woorden van "mazen":


maas:

maas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de maas
    la maille
    • maille [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maille maas klamp; ladder; ladder in kous; mijt

Verwante woorden van "maas":


Wiktionary: maas

maas
noun
  1. cout|fr Chaque boucle que forme le fil, la soie, la laine, etc., dans des tissus plus ou moins lâches, comme les tricots.

Cross Translation:
FromToVia
maas maille mesh — opening