Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mogendheden:
  2. mogendheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mogendheden (Nederlands) in het Frans

mogendheden:

mogendheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de mogendheden (mogendheid)
    la puissance; la forces
    • puissance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • forces [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mogendheden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forces mogendheden; mogendheid krachten; krachtstromen; machten; sterkstromen
puissance mogendheden; mogendheid autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; gezag; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; invloed; kracht; macht; sterkte; vermogen

Verwante woorden van "mogendheden":


mogendheden vorm van mogendheid:

mogendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de mogendheid (mogendheden)
    la puissance; la forces
    • puissance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • forces [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mogendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forces mogendheden; mogendheid krachten; krachtstromen; machten; sterkstromen
puissance mogendheden; mogendheid autoriteit; bevoegd zijn; bevoegdheid; gezag; gezagsorgaan; heerschappij; instantie; invloed; kracht; macht; sterkte; vermogen

Verwante woorden van "mogendheid":