Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. nageslacht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nageslacht (Nederlands) in het Frans

nageslacht:

nageslacht [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het nageslacht (kinderen; nakomelingen; broed; )
    le rejetons; le descendants; la progéniture; la descendance

Vertaal Matrix voor nageslacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendance broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen afkomst; afstammen; afstamming; broed; broedsel; gebroed; herkomst; komaf; origine; spruiten
descendants broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen afstammelingen; nakomelingen; telgen
progéniture broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen broed; broedsel; gebroed
rejetons broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen broed; broedsel; gebroed

Verwante woorden van "nageslacht":

  • nageslachten

Wiktionary: nageslacht

nageslacht
noun
  1. progéniture, ensemble des individus issus d’une reproduction sexuée ou asexuée.

Cross Translation:
FromToVia
nageslacht enfant offspring — singular offspring (male, female or sex unspecified)
nageslacht postérité posterity — all the future generations