Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. nuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nuk (Nederlands) in het Frans

nuk:

nuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de nuk (luim; kuur; gril; bui)
    le caprice; l'humeur
    • caprice [le ~] zelfstandig naamwoord
    • humeur [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caprice bui; gril; kuur; luim; nuk aanval; bevlieging; bokkensprong; capriool; frats; gekke streek; opwelling; rare streek; vlaag
humeur bui; gril; kuur; luim; nuk bui; confessie; geestesgesteldheid; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gezindheid; gezindte; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament

Verwante woorden van "nuk":

  • nukken

Wiktionary: nuk


Cross Translation:
FromToVia
nuk bizarrerie; excentricité; maniérisme quirk — idiosyncrasy