Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onmiddellijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onmiddellijk (Nederlands) in het Frans

onmiddellijk:

onmiddellijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onmiddellijk (meteen; direct; gelijk; terstond; dadelijk)
    immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané

Vertaal Matrix voor onmiddellijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
direct compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; tramkaartje; vriend
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dadelijk; direct; gelijk; vlak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- meteen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
direct dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; dadelijk; direct; directe; duidelijk; echt; eerlijk; fideel; gauw; gezwind; linea recta; menens; ongezouten; onverwijld; openhartig; openlijk; oprecht; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; rondborstig; ronduit; terstond; trouwhartig; zo meteen
directement dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; bijna; direct; directe; frank; gauw; gezwind; haast; linea recta; nagenoeg; onverwijld; open; rechtstreeks; rechttoe; regelrecht; schier; subiet; terstond; welhaast
en ligne droite dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond
en même temps dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond gelijktijdig; op hetzelfde moment; simultaan; tegelijk; tegelijkertijd; terwijl; terzelfder tijd; tezelfdertijd
immédiat dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond bijna; direct; gauw; gezwind; haast; nagenoeg; ogenblikkelijk; onverwijld; schier; welhaast
immédiatement dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; acuut; bijna; dadelijk; direct; gauw; gezwind; haast; nagenoeg; ogenblikkelijk; onverwijld; schier; subiet; terstond; welhaast; zo meteen
simultané dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond gelijktijdig; simultaan; tegelijk; tegelijkertijd
tout de suite dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; bijna; dadelijk; direct; haast; later; met onmiddellijk effect; met onmiddellijke ingang; nagenoeg; onverwijld; per direct; prompt; schier; straks; subiet; terstond; weldra; welhaast; zo meteen; zometeen
tout droit dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond direct; frank; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; open; openlijk; recht; rechtaan; rechtdoor; rechtstreeks; rechttoe; rechtuit; regelrecht; ronduit

Verwante woorden van "onmiddellijk":

  • onmiddellijkheid, onmiddellijke

Synoniemen voor "onmiddellijk":


Antoniemen van "onmiddellijk":


Verwante definities voor "onmiddellijk":

  1. zonder te wachten1
    • hij moest onmiddellijk komen1
  2. waar niets tussen zit1
    • hij woont in de onmiddellijke omgeving van het vliegveld1

Wiktionary: onmiddellijk

onmiddellijk
Cross Translation:
FromToVia
onmiddellijk immédiat immediate — without delay
onmiddellijk tout de suite; immédiatement immediately — in an immediate manner
onmiddellijk tout de suite; immédiatement augenblicklichadverbiell: sofort, im nächsten Moment
onmiddellijk immédiatement; tout de suite soforttemporales Adverb: ohne irgendeine Verzögerung, auf der Stelle

Verwante vertalingen van onmiddellijk