Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onverholen (Nederlands) in het Frans

onverholen:

onverholen bijvoeglijk naamwoord

  1. onverholen (onomwonden; rechttoe rechtaan; openlijk; cru; onverbloemd)
    cru; honnêtement; franchement; honnête; franche; sans fard; sans détours; carrément; franc; intègre; crûment
  2. onverholen (onverbloemd; openhartig; onomwonden; )
    franchement; sincèrement; carrément; franc; à découvert; franche; librement; ouvertement; à coeur ouvert
  3. onverholen (openhartig; oprecht; open; )
    ouvert; franche; sans détours; carrément; franchement; franc
  4. onverholen (met open vizier; rondborstig)
    franchement; franc; carrément; ouvertement; sans détours; à coeur ouvert

Vertaal Matrix voor onverholen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
franc franc; frank
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouvert onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit aangebroken; aanspreekbaar; begaanbaar; benaderbaar; bereikbaar; genaakbaar; geopend; niet dicht; onbebouwd; ontsloten; ontvankelijk; open; opengelegd; opengemaakt; opengesteld; openstaand; rechtdoorzee; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carrément cru; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit botweg; direct; eerlijk; fideel; gulweg; luid; luidkeels; ongezouten; openhartig; openlijk; oprecht; platweg; rondborstig; ronduit; trouwhartig; uit volle borst
cru cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan heftig; indiscreet; onbeheerst; onbewerkt; ongekookt; ongepast; onkies; onstuimig; onverhoeds; onvertogen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rauw; ruw; verkeerd
crûment cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan botweg
franc cru; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit benaderbaar; brutaal; decent; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; frank; genaakbaar; manierlijk; menens; netjes; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; stoutmoedig; toegankelijk; trouwhartig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
franche cru; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit eerlijk; ongeveinsd; open; oprecht; rechtschapen
franchement cru; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit brutaal; decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gewoonweg; gulweg; klinkklaar; manierlijk; netjes; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtschapen; regelrecht; rondborstig; ronduit; stoutmoedig; trouwhartig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
honnête cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; decent; degelijk; deugdelijk; deugdzaam; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; manierlijk; menens; netjes; ongeveinsd; open; openhartig; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig; zoet
honnêtement cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; kuis; manierlijk; netjes; ongeveinsd; open; oprecht; rechtschapen; welvoeglijk; zedig
intègre cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan braaf; deugdzaam; echt; eerlijk; fideel; integer; lief; menens; onbedorven; onbesproken; onbevlekt; ongeveinsd; onkreukbaar; onschuldig; open; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rein; rondborstig; ronduit; trouwhartig; vlekkeloos; voorbeeldig; zoet
librement onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
ouvertement met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; rondborstig; ronduit; ruiterlijk eerlijk; fideel; gulweg; onbebouwd; open en bloot; openhartig; openlijk; oprecht; rondborstig; ronduit; trouwhartig
sans détours cru; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit bot; botweg; direct; eerlijk; effen; egaal; fideel; gelijk; geslepen; glad; kaarsrecht; kernachtig; kortaf; lijnrecht; loodrecht; ongezouten; openhartig; openlijk; oprecht; plat; platweg; raak; recht; rondborstig; ronduit; strak; trouwhartig; vlak; vlakuit; zonder omhaal; zonder omwegen
sans fard cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
sincèrement onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk eerlijk; ongeveinsd; open; oprecht; rechtschapen; volmondig
à coeur ouvert met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; rondborstig; ronduit; ruiterlijk eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
à découvert onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk onbedekt; onoverdekt; onverhuld

Wiktionary: onverholen


Cross Translation:
FromToVia
onverholen ouvertement overtly — openly