Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. openrukken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor openrukken (Nederlands) in het Frans

openrukken:

openrukken werkwoord (ruk open, rukt open, rukte open, rukten open, opengerukt)

  1. openrukken
    forcer; fracturer; ouvrir brusquement
    • forcer werkwoord (force, forces, forçons, forcez, )
    • fracturer werkwoord (fracture, fractures, fracturons, fracturez, )
    • ouvrir brusquement werkwoord

Conjugations for openrukken:

o.t.t.
  1. ruk open
  2. rukt open
  3. rukt open
  4. rukken open
  5. rukken open
  6. rukken open
o.v.t.
  1. rukte open
  2. rukte open
  3. rukte open
  4. rukten open
  5. rukten open
  6. rukten open
v.t.t.
  1. heb opengerukt
  2. hebt opengerukt
  3. heeft opengerukt
  4. hebben opengerukt
  5. hebben opengerukt
  6. hebben opengerukt
v.v.t.
  1. had opengerukt
  2. had opengerukt
  3. had opengerukt
  4. hadden opengerukt
  5. hadden opengerukt
  6. hadden opengerukt
o.t.t.t.
  1. zal openrukken
  2. zult openrukken
  3. zal openrukken
  4. zullen openrukken
  5. zullen openrukken
  6. zullen openrukken
o.v.t.t.
  1. zou openrukken
  2. zou openrukken
  3. zou openrukken
  4. zouden openrukken
  5. zouden openrukken
  6. zouden openrukken
en verder
  1. ben opengerukt
  2. bent opengerukt
  3. is opengerukt
  4. zijn opengerukt
  5. zijn opengerukt
  6. zijn opengerukt
diversen
  1. ruk open!
  2. rukt open!
  3. opengerukt
  4. openrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor openrukken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forcer openrukken aanvallen; afdwingen; attaqueren; bestormen; doordrijven; dwingen; forceren; iem. afdwingen; kraken; losbreken; noodzaken tot; ontrukken; onttrekken; opdwingen; openbreken; overvallen; verplichten
fracturer openrukken versplinteren
ouvrir brusquement openrukken kraken; losbreken; openbreken