Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overlappen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overlappen (Nederlands) in het Frans

overlappen:

overlappen werkwoord (overlap, overlapt, overlapte, overlapten, overlapt)

  1. overlappen
    se chevaucher; coïncider
    • se chevaucher werkwoord
    • coïncider werkwoord (coïncide, coïncides, coïncidons, coïncidez, )
  2. overlappen

Conjugations for overlappen:

o.t.t.
  1. overlap
  2. overlapt
  3. overlapt
  4. overlappen
  5. overlappen
  6. overlappen
o.v.t.
  1. overlapte
  2. overlapte
  3. overlapte
  4. overlapten
  5. overlapten
  6. overlapten
v.t.t.
  1. heb overlapt
  2. hebt overlapt
  3. heeft overlapt
  4. hebben overlapt
  5. hebben overlapt
  6. hebben overlapt
v.v.t.
  1. had overlapt
  2. had overlapt
  3. had overlapt
  4. hadden overlapt
  5. hadden overlapt
  6. hadden overlapt
o.t.t.t.
  1. zal overlappen
  2. zult overlappen
  3. zal overlappen
  4. zullen overlappen
  5. zullen overlappen
  6. zullen overlappen
o.v.t.t.
  1. zou overlappen
  2. zou overlappen
  3. zou overlappen
  4. zouden overlappen
  5. zouden overlappen
  6. zouden overlappen
en verder
  1. is overlapt
  2. zijn overlapt
diversen
  1. overlap!
  2. overlapt!
  3. overlapt
  4. overlappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overlappen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coïncider overlappen congruent zijn; kloppen; overeenstemmen
effectuer un recouvrement overlappen
se chevaucher overlappen

Verwante woorden van "overlappen":

  • overlap

Wiktionary: overlappen

overlappen
verb
  1. empiéter l’un sur l’autre, se recouvrir.

Cross Translation:
FromToVia
overlappen chevaucher overlap — to have an area, range, character or function in common

overlap:


Verwante woorden van "overlap":