Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. product:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor product (Nederlands) in het Frans

product:

product [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het product (fabrikaat; maaksel)
    le produit; le produit manufacturé; la fabrication; la création
  2. het product (opbrengst; rendement; uitkomst; voortbrengsel; oogst)
    le rendement; le bénéfice; le gain; le profit; la productivité; l'avantage
  3. het product
    la marchandise

Vertaal Matrix voor product:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avantage oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; bruikbaarheid; doel; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; overhand; pluspunt; profijt; vergoeding; voordeeltje; waarde; winst; zin
bénéfice oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; begunstiging; gewin; nut; profijt; waarde; winst
création fabrikaat; maaksel; product creatie; creëren; grondlegging; kunstwerk; maak; maaksel; maken; meesterwerk; merk; scheppen; schepping; verwekking; voortbrenging; werk
fabrication fabrikaat; maaksel; product aanmaak; aanmaken; constructie; creatie; creëren; fabricage; fabricatie; fabriceren; maak; maaksel; makelij; maken; merk; produceren; productie; scheppen; schepping; vervaardigen; vervaardiging
gain oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; nut; profijt; waarde; winst
marchandise product artikelen; basisproduct; commercie; goederen; handel; handelsartikel; handelsgoederen; handelsproduct; handelsverkeer; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; negotie; nering; voorwerpen; waar; waren
productivité oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel arbeidskracht; arbeidsprestatie; arbeidsvermogen; hoogte van produktie; nut; productiviteit; waarde; werkkracht; werkprestatie; werkvermogen; werkzaamheid
produit fabrikaat; maaksel; product artikel; ding; goed; item; kunstwerk; meesterwerk; object; opbrengst; voorwerp; werk; zaak
produit manufacturé fabrikaat; maaksel; product fabrikaat
profit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; benutting; bruikbaarheid; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; profijt; waarde; winst
rendement oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel doelmatigheid; doeltreffendheid; effectiviteit; grote daad; hoogte van produktie; nut; nuttig effect; prestatie; productiviteit; rendement; verrichting; waarde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
produit gemaakt; geproduceerd; opgeleverd; vervaardigd; voorgevallen

Verwante woorden van "product":

  • producten

Verwante definities voor "product":

  1. uitkomst van vermenigvuldiging1
    • het product van 4 en 2 = 81
  2. wat gemaakt wordt in de industrie of gekweekt in land- en tuinbouw1
    • de producten van dit bedrijf worden goed verkocht1

Wiktionary: product

product
Cross Translation:
FromToVia
product produit Erzeugnis — Ergebnis eines Herstellungsprozesses (zum Beispiel eine Ware für den Handel)
product produit product — commodity for sale
product produit product — multiplication result