Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. raffineren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor raffineren (Nederlands) in het Frans

raffineren:

raffineren werkwoord (raffineer, raffineert, raffineerde, raffineerden, geraffineerd)

  1. raffineren
    raffiner; épurer
    • raffiner werkwoord (raffine, raffines, raffinons, raffinez, )
    • épurer werkwoord (épure, épures, épurons, épurez, )

Conjugations for raffineren:

o.t.t.
  1. raffineer
  2. raffineert
  3. raffineert
  4. raffineren
  5. raffineren
  6. raffineren
o.v.t.
  1. raffineerde
  2. raffineerde
  3. raffineerde
  4. raffineerden
  5. raffineerden
  6. raffineerden
v.t.t.
  1. heb geraffineerd
  2. hebt geraffineerd
  3. heeft geraffineerd
  4. hebben geraffineerd
  5. hebben geraffineerd
  6. hebben geraffineerd
v.v.t.
  1. had geraffineerd
  2. had geraffineerd
  3. had geraffineerd
  4. hadden geraffineerd
  5. hadden geraffineerd
  6. hadden geraffineerd
o.t.t.t.
  1. zal raffineren
  2. zult raffineren
  3. zal raffineren
  4. zullen raffineren
  5. zullen raffineren
  6. zullen raffineren
o.v.t.t.
  1. zou raffineren
  2. zou raffineren
  3. zou raffineren
  4. zouden raffineren
  5. zouden raffineren
  6. zouden raffineren
en verder
  1. ben geraffineerd
  2. bent geraffineerd
  3. is geraffinneerd
  4. zijn geraffineerd
  5. zijn geraffineerd
  6. zijn geraffineerd
diversen
  1. raffineer!
  2. raffineert!
  3. geraffineerd
  4. raffinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor raffineren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raffiner raffineren veredelen; verfijnen
épurer raffineren in zedelijk opzicht zuiveren; klaren; kuisen; louteren; reinigen; schoonmaken; schoonpoetsen; veredelen; verfijnen; zuiveren

Wiktionary: raffineren

raffineren
verb
  1. (overgankelijk) zuiveren, fijner maken, verfijnen