Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. rondsturen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondsturen (Nederlands) in het Frans

rondsturen:

rondsturen werkwoord (stuur rond, stuurt rond, stuurde rond, stuurden rond, rondgestuurd)

  1. rondsturen
    envoyer
    • envoyer werkwoord (envoie, envoies, envoyons, envoyez, )

Conjugations for rondsturen:

o.t.t.
  1. stuur rond
  2. stuurt rond
  3. stuurt rond
  4. sturen rond
  5. sturen rond
  6. sturen rond
o.v.t.
  1. stuurde rond
  2. stuurde rond
  3. stuurde rond
  4. stuurden rond
  5. stuurden rond
  6. stuurden rond
v.t.t.
  1. heb rondgestuurd
  2. hebt rondgestuurd
  3. heeft rondgestuurd
  4. hebben rondgestuurd
  5. hebben rondgestuurd
  6. hebben rondgestuurd
v.v.t.
  1. had rondgestuurd
  2. had rondgestuurd
  3. had rondgestuurd
  4. hadden rondgestuurd
  5. hadden rondgestuurd
  6. hadden rondgestuurd
o.t.t.t.
  1. zal rondsturen
  2. zult rondsturen
  3. zal rondsturen
  4. zullen rondsturen
  5. zullen rondsturen
  6. zullen rondsturen
o.v.t.t.
  1. zou rondsturen
  2. zou rondsturen
  3. zou rondsturen
  4. zouden rondsturen
  5. zouden rondsturen
  6. zouden rondsturen
en verder
  1. is rondgestuurd
  2. zijn rondgestuurd
diversen
  1. stuur rond!
  2. stuurt rond!
  3. rondgestuurd
  4. rondsturend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rondsturen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envoyer rondsturen aanvangen; beginnen; geld overmaken; insturen; introduceren; inzenden; kennis laten maken; opsturen; overboeken; overschrijven; overzenden; posten; starten; sturen; toesturen; toezenden; van start gaan; versturen; verwijzen naar; verzenden; voorstellen; wegsturen; wegzenden; zenden

Wiktionary: rondsturen

rondsturen
verb
  1. répandre dans toutes les directions.