Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ronduit (Nederlands) in het Frans

ronduit:

ronduit bijwoord

  1. ronduit (onverbloemd; openhartig; onomwonden; )
    franchement; sincèrement; carrément; franc; à découvert; franche; librement; ouvertement; à coeur ouvert
  2. ronduit (oprecht; echt; eerlijk; menens)
    honnête; sincère; vrai; adroit; intègre; franc; par où; direct; de bonne foi; en quoi; dans lequel; sur laquelle; sur lesquels; ; à quoi; sur lequel; sur quoi; sur lesquelles
  3. ronduit (openhartig; oprecht; open; )
    ouvert; franche; sans détours; carrément; franchement; franc
  4. ronduit (klinkklaar; puur; regelrecht; gewoonweg)
    pur et simple; franchement; simplement
  5. ronduit (stellig; beslist; zeker; absoluut)
    sûrement; certainement; certain; ferme; effectivement; véritable; effectif; réel; réellement; véritablement; catégorique; catégoriquement
  6. ronduit (openlijk)
    direct; sans détours; droit; franchement; carrément; ouvertement; franc; tout droit; avec franchise
  7. ronduit (gladweg; gewoonweg)
    simplement; tout bonnement

Vertaal Matrix voor ronduit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
direct compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; tramkaartje; vriend
droit aanspraak; gegrondheid; gelijk; gerechtigdheid; gerechtigheid; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtswetenschap; titel
ferme boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
franc franc; frank
réel real; realiteit; werkelijkheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouvert onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit aangebroken; aanspreekbaar; begaanbaar; benaderbaar; bereikbaar; genaakbaar; geopend; niet dicht; onbebouwd; ontsloten; ontvankelijk; open; opengelegd; opengemaakt; opengesteld; openstaand; rechtdoorzee; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar
réel absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker daadwerkelijk; echte; eerlijk; feitelijk; fideel; in feite; in werkelijkheid; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; trouwhartig; werkelijk; werkelijke
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adroit echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit adrem; bedreven; behendig; bekwaam; berekenend; bijdehand; clever; eenvoudig; gehaaid; gemakkelijk; geoefend; gevat; gewiekst; handig; kien; kundig; licht; makkelijk; niet moeilijk; pienter; raak; schrander; simpel; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig
avec franchise openlijk; ronduit eerlijk; fideel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
carrément onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit botweg; cru; direct; eerlijk; fideel; gulweg; luid; luidkeels; met open vizier; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; oprecht; platweg; rechttoe rechtaan; rondborstig; trouwhartig; uit volle borst
catégorique absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; afdoend; beslissend; onvoorwaardelijk; overtuigend; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
catégoriquement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; beslist; definitief; feitelijk; geheid; gewis; heel zeker; heus; onafwendbaar; ongetwijfeld; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vastgesteld; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
certainement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; absoluut; allicht; bepaald wel; beslist; bijgevolg; dus; feitelijk; geheid; gewis; heus; jazeker; logisch; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zonder twijfel
dans lequel echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarbij; waarin
de bonne foi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; manierlijk; netjes; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; rondborstig; trouwhartig; welvoeglijk
direct echt; eerlijk; menens; openlijk; oprecht; ronduit aanstonds; dadelijk; direct; directe; duidelijk; eerlijk; fideel; gauw; gelijk; gezwind; linea recta; meteen; ongezouten; onmiddellijk; onverwijld; openhartig; oprecht; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht; rondborstig; terstond; trouwhartig; zo meteen
droit openlijk; ronduit braaf; chagrijnig; eerlijk; fideel; kaarsrecht; knorrig; korzelig; lijnrecht; loodrecht; nors; nurks; open; openhartig; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig
effectif absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking
effectivement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; heus; inderdaad; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; reëel; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; werkelijk; zeker; zonder twijfel
en quoi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
ferme absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; beslist; dapper; degelijk; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fier; fiks; flink; fysiek sterk; geanimeerd; glorieus; groots; karaktervast; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pertinent; prat; solide; standvastig; sterk; stevig; ten enenmale; trots; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; vaststaand; vief; vol energie; vol fut; volhardend; volstrekt; zeker
franc echt; eerlijk; menens; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit benaderbaar; brutaal; cru; decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; frank; genaakbaar; manierlijk; met open vizier; netjes; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbevangen; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; stoutmoedig; toegankelijk; trouwhartig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
franche onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit cru; eerlijk; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan
franchement gewoonweg; klinkklaar; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; vrij; vrijelijk; vrijuit brutaal; cru; decent; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gulweg; manierlijk; met open vizier; netjes; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rondborstig; stoutmoedig; trouwhartig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig; waar; waarachtig; welvoeglijk; werkelijk
honnête echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; decent; degelijk; deugdelijk; deugdzaam; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; lief; manierlijk; netjes; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig; zoet
intègre echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit braaf; cru; deugdzaam; eerlijk; fideel; integer; lief; onbedorven; onbesproken; onbevlekt; ongeveinsd; onkreukbaar; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rein; rondborstig; trouwhartig; vlekkeloos; voorbeeldig; zoet
librement onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk
ouvertement onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; ronduit; ruiterlijk eerlijk; fideel; gulweg; met open vizier; onbebouwd; onverholen; open en bloot; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig
echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit sedert; sinds; vanaf het moment dat; waar; waarbij; waarheen; waarin
par où echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waardoor; waarheen; waarin
pur et simple gewoonweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit baarlijk; gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
réellement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker beslist; daadwerkelijk; echt; eerlijk; effectief; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; in feite; in werkelijkheid; metterdaad; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker
sans détours onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit bot; botweg; cru; direct; eerlijk; effen; egaal; fideel; gelijk; geslepen; glad; kaarsrecht; kernachtig; kortaf; lijnrecht; loodrecht; met open vizier; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; oprecht; plat; platweg; raak; recht; rechttoe rechtaan; rondborstig; strak; trouwhartig; vlak; vlakuit; zonder omhaal; zonder omwegen
simplement gewoonweg; gladweg; klinkklaar; puur; regelrecht; ronduit bot; eenvoudig; eenvoudigweg; gemakkelijk; in een handomdraai; kortaf; kortweg; licht; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet donker; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; simpel; simpelweg; vanzelf; zonder moeite; zonder omhaal
sincère echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit bedoeld; decent; diep; eerbaar; eerlijk; ernstig; fair; fatsoenlijk; fideel; gemeend; goedbedoeld; hartgrondig; innig; intens; manierlijk; netjes; ongeveinsd; open; openhartig; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rondborstig; serieus; trouwhartig; van harte; vol ernst; volmondig; waar; waarachtig; waarheidlievend; waarheidslievend; welgemeend; welvoeglijk; werkelijk; werkelijk menend
sincèrement onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; ronduit; ruiterlijk eerlijk; ongeveinsd; open; oprecht; rechtschapen; volmondig
sur laquelle echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur lequel echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin; waarover
sur lesquelles echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur lesquels echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin
sur quoi echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit waarin; waarover
sûrement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker bepaald wel
tout bonnement gewoonweg; gladweg; ronduit eenvoudigweg; kortweg
tout droit openlijk; ronduit dadelijk; direct; frank; gelijk; kaarsrecht; lijnrecht; linea recta; loodrecht; meteen; onmiddellijk; open; recht; rechtaan; rechtdoor; rechtstreeks; rechttoe; rechtuit; regelrecht; terstond
vrai echt; eerlijk; menens; oprecht; ronduit echt; echte; eerlijk; fideel; gewoonweg; heus; klinkklaar; onvervalst; openhartig; oprecht; rechttoe; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; werkelijk; werkelijke
véritable absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker echt; eerlijk; fideel; gewoonweg; heus; klinkklaar; openhartig; oprecht; rechttoe; rondborstig; trouwhartig; voorwaar; waar; waarachtig; weliswaar; werkelijk
véritablement absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker beslist; echt; eerlijk; eigenlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld

Wiktionary: ronduit


Cross Translation:
FromToVia
ronduit franchement frankly — in a frank, open or (too) honest manner