Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. rondzenden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondzenden (Nederlands) in het Frans

rondzenden:

rondzenden werkwoord (zend rond, zendt rond, zond rond, zonden rond, rondgezonden)

  1. rondzenden
    distribuer
    • distribuer werkwoord (distribue, distribues, distribuons, distribuez, )

Conjugations for rondzenden:

o.t.t.
  1. zend rond
  2. zendt rond
  3. zendt rond
  4. zenden rond
  5. zenden rond
  6. zenden rond
o.v.t.
  1. zond rond
  2. zond rond
  3. zond rond
  4. zonden rond
  5. zonden rond
  6. zonden rond
v.t.t.
  1. heb rondgezonden
  2. hebt rondgezonden
  3. heeft rondgezonden
  4. hebben rondgezonden
  5. hebben rondgezonden
  6. hebben rondgezonden
v.v.t.
  1. had rondgezonden
  2. had rondgezonden
  3. had rondgezonden
  4. hadden rondgezonden
  5. hadden rondgezonden
  6. hadden rondgezonden
o.t.t.t.
  1. zal rondzenden
  2. zult rondzenden
  3. zal rondzenden
  4. zullen rondzenden
  5. zullen rondzenden
  6. zullen rondzenden
o.v.t.t.
  1. zou rondzenden
  2. zou rondzenden
  3. zou rondzenden
  4. zouden rondzenden
  5. zouden rondzenden
  6. zouden rondzenden
diversen
  1. zend rond!
  2. zendt rond!
  3. rondgezonden
  4. rondzendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rondzenden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distribuer rondzenden afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; distribueren; geven; gunnen; gunst verlenen; rondbrengen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; schenken; thuisbezorgen; uitdelen; uitkeren; uitreiken; verdelen; verlenen; verstrekken