Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schier (Nederlands) in het Frans

schier:

schier bijwoord

  1. schier (nagenoeg; bijna; welhaast; haast)
    presque; bientôt; à peu près; quasi; tout de suite; pratiquement; tantôt; vite; failli; immédiat; à bref délai; immédiatement; aussitôt; prochainement; avant peu; sous peu; dans un instant; directement; quasiment; pour ainsi dire; d'ici peu; peu s'en faut

Vertaal Matrix voor schier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
failli gefailleerde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aussitôt bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; ogenblikkelijk; onverwijld; prompt; subiet; terstond
avant peu bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; later; straks; terstond; weldra; zometeen
bientôt bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; alras; direct; dra; eerstdaags; gauw; later; spoedig; straks; terstond; vervolgens; weldra; zometeen
d'ici peu bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; binnenkort; direct; dra; eerstdaags; gauw; later; spoedig; straks; terstond; weldra; zometeen
dans un instant bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; terstond; zo; zo meteen
directement bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; dadelijk; direct; directe; frank; gauw; gelijk; gezwind; linea recta; meteen; onmiddellijk; onverwijld; open; rechtstreeks; rechttoe; regelrecht; subiet; terstond
failli bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast
immédiat bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast dadelijk; direct; gauw; gelijk; gezwind; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; terstond
immédiatement bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; acuut; dadelijk; direct; gauw; gelijk; gezwind; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; subiet; terstond; zo meteen
peu s'en faut bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast
pour ainsi dire bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast als het ware; bedoeld als; bij wijze van; bijna geheel; om zo te zeggen; vrijwel
pratiquement bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans
presque bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; bijkans; bijna geheel; direct; terstond; vrijwel; zowat
prochainement bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; later; straks; terstond; vervolgens; weldra; zometeen
quasi bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans; kwasi; pseudo-; quasi; zogenaamde; zowat
quasiment bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans; zowat
sous peu bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; binnenkort; direct; dra; eerstdaags; gauw; later; spoedig; straks; terstond; weldra; zometeen
tantôt bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; terstond
tout de suite bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; dadelijk; direct; gelijk; later; met onmiddellijk effect; met onmiddellijke ingang; meteen; onmiddellijk; onverwijld; per direct; prompt; straks; subiet; terstond; weldra; zo meteen; zometeen
vite bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; dra; eerstdaags; gauw; haastig; ijlings; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; snel; spoedig; terstond; vingervlug; vlot; vlug; weldra
à bref délai bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast aanstonds; direct; dra; eerstdaags; gauw; spoedig; terstond; weldra
à peu près bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast bijkans; bijna geheel; circa; omstreeks; omtrent; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg; vrijwel

Wiktionary: schier

schier
adverb
  1. bijna, op zo'n manier dat het niet veel schelen of iets is zo
schier