Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snaaks (Nederlands) in het Frans

snaaks:

snaaks bijvoeglijk naamwoord

  1. snaaks (guitig; ondeugend; kwajongensachtig; )
    gamin; malicieux; fripon; coquinement; malicieusement; polisson

Vertaal Matrix voor snaaks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fripon boef; fielt; picaro; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek
gamin bengel; boefje; deugniet; dreumes; hummel; joch; jochie; jongetje; klein jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; kwajongen; ondeugd; peuter; schavuit; schelm; snuiter; straatjongen; uk; vandaal; vlegel; worm; wurm
malicieux bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
polisson bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongen; jongens; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; picaro; rakker; rakkers; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; vlegel; zwijn
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
malicieux boosaardig; slecht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coquinement bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
fripon bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig ernaast; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd
gamin bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig jongensachtig
malicieusement bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig boefachtig; boosaardig; duivelachtig; duivels; gemeen; gluiperig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; schurkachtig; vals
malicieux bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig arglistig; boefachtig; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gemeen; geraffineerd; geslepen; gluiperig; hatelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; leep; link; listig; malicieus; mis; onjuist; onwaar; schurkachtig; serpentachtig; slinks; sluw; stekelig; ten onrechte; vals; verkeerd; verraderlijk; vijandig
polisson bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig ernaast; fout; foutief; jongensachtig; mis; onjuist; onwaar; rekelachtig; ten onrechte; verkeerd

Verwante woorden van "snaaks":


snaaks vorm van snaak:

snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snaak (deugniet; guit; stinkerd; rakker)
    l'espiègle; le gaillard; le misérable; le farceur; la paillasse; le plaisantin; le clown
  2. de snaak (boef; galgentronie; galgenbrok)
    le coquin; le voyou; le truand; le malfrat; le bandit; le gredin; le délinquant
    • coquin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • voyou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • truand [le ~] zelfstandig naamwoord
    • malfrat [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bandit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gredin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • délinquant [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de snaak (grappenmaker; uilenspiegel; guit; )
    le comique; la paillasse; le plaisantin; le comédien; le farceur; l'espiègle; le bouffon; le clown

Vertaal Matrix voor snaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandit boef; galgenbrok; galgentronie; snaak aanvaller; bandiet; boef; boosdoener; booswicht; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; onverlaat; overvaller; rover; schobbejak; schurk; slechtaard; snoodaard; struikrover
bouffon grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel gek; hansworst; hofnar; kwast; kwibus; nar; zot
clown deugniet; grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel clown; debiel; flapdrol; gek; grappenmaker; harlekijn; idioot; imbeciel; joker; komiek; lolbroek; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; pias; pierrot; potsenmaker; waanzinnige; zot; zottin
comique grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel aardigheid; cabaretier; clown; geestigheid; gein; grap; grappenmaker; harlekijn; humor; komiek; lolbroek; pierrot; uiting van vrolijkheid
comédien grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel aansteller; acteur; actrice; artiest; cabaretier; clown; grappenmaker; harlekijn; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; komiek; lolbroek; pierrot; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner
coquin boef; galgenbrok; galgentronie; snaak bandiet; boef; boosdoener; booswicht; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; jongen; klier; kreng; mispunt; onverlaat; picaro; rakker; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; stouterd; stuk ongeluk
délinquant boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; schobbejak; schurk
espiègle deugniet; grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel bengel; boefje; deugniet; guit; jongen; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; rakker; schalk; schavuit; schelm; stouterd; vlegel
farceur deugniet; grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel fopper; grappenmaker; komiek; lolbroek; potsenmaker
gaillard deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; sujet; vent
gredin boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; mispunt; naarling; picaro; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd
malfrat boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; schobbejak; schurk
misérable deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; pauper; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; stinkerd; stuk ongeluk
paillasse deugniet; grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel stromatras
plaisantin deugniet; grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; snaak; stinkerd; uilenspiegel grappenmaker; komiek; lolbroek; potsenmaker; schertsfiguur
truand boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; gangster; schobbejak; schurk
voyou boef; galgenbrok; galgentronie; snaak boef; fielt; rekel; schobbejak; schurk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouffon grappig; humoristisch; humoristische; kluchtig; koddig; komiek; komisch; leuk
comique geestig; geinig; grappig; humoristisch; humoristische; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; uiig
espiègle geestig; geinig; grappig; guitig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk
misérable akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen

Verwante woorden van "snaak":