Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor souper (Nederlands) in het Frans

souper:

souper [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het souper (feestdiner)
    le dîner; le souper; le repas du soir; le banquet de fête; le dîner de fête

Vertaal Matrix voor souper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banquet de fête feestdiner; souper banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; smulpartij
dîner feestdiner; souper avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
dîner de fête feestdiner; souper banket; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; smulpartij
repas du soir feestdiner; souper avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
souper feestdiner; souper avondeten; avondmaal; avondmaaltijd; diner
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dîner consumeren; dineren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tafelen; tegoed doen; tot zich nemen; uitgebreid eten; verorberen
souper consumeren; eten; gebruiken; laven; lenigen; lessen; nuttigen; opeten; oppeuzelen; souperen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen

Verwante woorden van "souper":

  • souperen, soupers, soupertje, soupertjes