Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tippelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tippelen (Nederlands) in het Frans

tippelen:

tippelen werkwoord (tippel, tippelt, tippelde, tippelden, getippeld)

  1. tippelen (hoereren)
    faire le trottoir; trottiner
    • faire le trottoir werkwoord
    • trottiner werkwoord (trottine, trottines, trottinons, trottinez, )

Conjugations for tippelen:

o.t.t.
  1. tippel
  2. tippelt
  3. tippelt
  4. tippelen
  5. tippelen
  6. tippelen
o.v.t.
  1. tippelde
  2. tippelde
  3. tippelde
  4. tippelden
  5. tippelden
  6. tippelden
v.t.t.
  1. heb getippeld
  2. hebt getippeld
  3. heeft getippeld
  4. hebben getippeld
  5. hebben getippeld
  6. hebben getippeld
v.v.t.
  1. had getippeld
  2. had getippeld
  3. had getippeld
  4. hadden getippeld
  5. hadden getippeld
  6. hadden getippeld
o.t.t.t.
  1. zal tippelen
  2. zult tippelen
  3. zal tippelen
  4. zullen tippelen
  5. zullen tippelen
  6. zullen tippelen
o.v.t.t.
  1. zou tippelen
  2. zou tippelen
  3. zou tippelen
  4. zouden tippelen
  5. zouden tippelen
  6. zouden tippelen
en verder
  1. ben getippeld
  2. bent getippeld
  3. is getippeld
  4. zijn getippeld
  5. zijn getippeld
  6. zijn getippeld
diversen
  1. tippel!
  2. tippelt!
  3. getippeld
  4. tippelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tippelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire le trottoir hoereren; tippelen
trottiner hoereren; tippelen met trippelpasjes lopen; met vlugge pasjes gaan; sjokken; trippelen; voortsukkelen