Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. traag:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor traag:
    • lendemain


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor traag (Nederlands) in het Frans

traag:

traag bijvoeglijk naamwoord

  1. traag (sloom; langzaam)
    lent; traînard; indolent
  2. traag (treuzelachtig; langzaam; aarzelend; )
    lambinant; hésitant; traînant; lambin; traînassant
  3. traag (werkschuw; lui)
    paresseux; paresseuse; paresseusement

Vertaal Matrix voor traag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lambin druil; geitenbreier; hannes; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapkous; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
paresseux flierefluiter; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; lijntrekkers; luiaard; luilak; luiwammes; nietsnut; slampamper; slapkous
traînard achterblijver; achtergeblevene; draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; uitvaller; zoutzak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- langzaam
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hésitant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend aarzelend; besluiteloos; halfslachtig; huiverig; onstandvastig; schoorvoetend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
indolent langzaam; sloom; traag futloos; gemakzuchtig; hangerig; laks; lamlendig; lijzig; log; loom; lui; lusteloos; mat; niets doend; slap; vadsig; werkeloos; werkloos
lambin aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
lambinant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
lent langzaam; sloom; traag futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap
paresseuse lui; traag; werkschuw lui; niets doend; werkeloos; werkloos
paresseusement lui; traag; werkschuw lui; niets doend; werkeloos; werkloos
paresseux lui; traag; werkschuw gemakzuchtig; lui; niets doend; werkeloos; werkloos
traînant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend lijzig; log; loom
traînard langzaam; sloom; traag
traînassant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend

Verwante woorden van "traag":


Synoniemen voor "traag":


Antoniemen van "traag":


Verwante definities voor "traag":

  1. in een laag tempo1
    • traag kroop de slak van het blad1

Wiktionary: traag

traag
adjective
  1. Qui n’est pas rapide dans ses mouvements, dans ses actions, qui n’agir pas avec promptitude.
  2. Qui ne faire rien, qui n’a pas d’occupation, de profession.

Cross Translation:
FromToVia
traag lent; lentement langsam — eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend
traag lent; lente slow — not quick in motion
traag lentement slowly — At a slow pace
traag lent sullen — sluggish

Verwante vertalingen van traag