Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tuil (Nederlands) in het Frans

tuil:

tuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tuil (ruiker; boeket; bloemstuk; bloemetje)
    le bouquet de fleurs; la gerbe; le petit bouquet composé; la composition florale; le bouquet composé; l'arrangement de fleurs; le bouquet; le corymbe

Vertaal Matrix voor tuil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrangement de fleurs bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil boeket; bos bloemen
bouquet bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil aroma; boeket; bos bloemen; bouquet; geur; geurtje; lucht; pol; reuk; tuiltje
bouquet composé bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil bloemetje; bos bloemen
bouquet de fleurs bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil bloemetje; boeket; bos bloemen; tuiltje
composition florale bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil bloemschikken
corymbe bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil tuiltje
gerbe bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil bosje; bundel; korenschoof; schoof
petit bouquet composé bloemetje; bloemstuk; boeket; ruiker; tuil tuiltje

Verwante woorden van "tuil":