Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitrit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitrit (Nederlands) in het Frans

uitrit:

uitrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitrit
    la sortie
    • sortie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitrit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sortie uitrit afrit; dagje uit; een uitval doen; tochtje; toertje; trip; uitgang; uitgifte; uitje; uitloop; uitstapje; uitweg

Wiktionary: uitrit

uitrit
noun
  1. een plaats of opening waardoor of waarlangs men kan of moet uitrijden