Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitverkocht:
  2. uitverkopen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitverkocht (Nederlands) in het Frans

uitverkocht:

uitverkocht bijvoeglijk naamwoord

  1. uitverkocht (volgeboekt)
    complet

Vertaal Matrix voor uitverkocht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complet kostuum; maatpak; pak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complet uitverkocht; volgeboekt algeheel; beslist; compleet; feitelijk; foutloos; gaaf; geheid; gehele; gewis; heel; helemaal; heus; intact; integraal; kompleet; perfect; plenair; reëel; stellig; totaal; vast; vast en zeker; volkomen; volledig; volleerd; volmaakt; volslagen; voltallig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Verwante woorden van "uitverkocht":

  • uitverkochte

uitverkopen:

uitverkopen werkwoord (verkoop uit, verkoopt uit, verkocht uit, verkochten uit, uitverkocht)

  1. uitverkopen
    solder; brader; liquider
    • solder werkwoord (solde, soldes, soldons, soldez, )
    • brader werkwoord (brade, brades, bradons, bradez, )
    • liquider werkwoord (liquide, liquides, liquidons, liquidez, )

Conjugations for uitverkopen:

o.t.t.
  1. verkoop uit
  2. verkoopt uit
  3. verkoopt uit
  4. verkopen uit
  5. verkopen uit
  6. verkopen uit
o.v.t.
  1. verkocht uit
  2. verkocht uit
  3. verkocht uit
  4. verkochten uit
  5. verkochten uit
  6. verkochten uit
v.t.t.
  1. heb uitverkocht
  2. hebt uitverkocht
  3. heeft uitverkocht
  4. hebben uitverkocht
  5. hebben uitverkocht
  6. hebben uitverkocht
v.v.t.
  1. had uitverkocht
  2. had uitverkocht
  3. had uitverkocht
  4. hadden uitverkocht
  5. hadden uitverkocht
  6. hadden uitverkocht
o.t.t.t.
  1. zal uitverkopen
  2. zult uitverkopen
  3. zal uitverkopen
  4. zullen uitverkopen
  5. zullen uitverkopen
  6. zullen uitverkopen
o.v.t.t.
  1. zou uitverkopen
  2. zou uitverkopen
  3. zou uitverkopen
  4. zouden uitverkopen
  5. zouden uitverkopen
  6. zouden uitverkopen
en verder
  1. ben uitverkocht
  2. bent uitverkocht
  3. is uitverkocht
  4. zijn uitverkocht
  5. zijn uitverkocht
  6. zijn uitverkocht
diversen
  1. verkoop uit!
  2. verkoopt uit!
  3. uitverkocht
  4. uitverkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitverkopen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitverkopen (opruimingen)
    la soldes
    • soldes [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitverkopen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soldes opruimingen; uitverkopen opruiming; opruimingsuitverkoop; opruimingsuitverkopen; saldi; saldo's; seizoenopruiming; seizoensuitverkoop; uitverkoop; verkopingen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brader uitverkopen
liquider uitverkopen afbreken; afmaken; bergen; breken; doden; doodmaken; doodslaan; effenen; egaliseren; koudmaken; liquideren; neerhalen; nullificeren; ombrengen; omverhalen; ondervangen; opdoeken; opheffen; opruimen; slopen; teniet doen; uit de weg ruimen; uit elkaar halen; uitroeien; van kant maken; vereffenen; verijdelen; vermoorden; vernietigen
solder uitverkopen aanzuiveren; bergen; betalen; effenen; egaliseren; genoegdoen; lager maken; nabetalen; opruimen; vereffenen; verlagen; verrekenen; voldoen