Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor valide (Nederlands) in het Frans

valide:

valide bijvoeglijk naamwoord

  1. valide (geldig; aannemelijk; valabel)
    valable; valide; légitime; fondé; juste; en règle; autorisé; licite
  2. valide (gegrond; geldig)
    valide
    • valide bijvoeglijk naamwoord
  3. valide (arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken)
    apte; capable de travailler; en capacité de travail

Vertaal Matrix voor valide:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juste eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
valide aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide billijk; geldig; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apte arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide bedreven; bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geoefend; geschikt; in staat
autorisé aannemelijk; geldig; valabel; valide aangenomen; aanvaard; accoord; bevoegd; geaccepteerd; geautoriseerd; geoorloofd; gepermitteerd; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; gezaghebbend; goedgekeurd; met gezag bekleed; op deugdelijke gronden steunend; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
capable de travailler arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
en capacité de travail arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide
en règle aannemelijk; geldig; valabel; valide akkoord; gerechtvaardigd; gewettigd; in orde; mee eens; op deugdelijke gronden steunend
fondé aannemelijk; geldig; valabel; valide aannemelijk; billijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; gerechtvaardigd; gesticht; grondig; logisch; onderbouwd; op goede gronden steunend; opgericht; rechtmatig; solide; steekhoudend; zorgvuldig
juste aannemelijk; geldig; valabel; valide aannemelijk; beslist; braaf; chagrijnig; correct; daarnet; degelijk; eerlijk; eng; fair; feitelijk; geconcentreerd; gefundeerd; gegrond; geheid; gewis; goed; grondig; heus; ingespannen; integer; juist; kloppend; knorrig; korzelig; krap; krek; logisch; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; net; nog maar; nors; nurks; onbesproken; onkreukbaar; op goede gronden steunend; pas; precies; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reëel; solide; steekhoudend; stellig; strak; ternauwernood; uitgerekend; van sterk gehalte; vast; vast en zeker; verdiept; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zojuist; zonet; zorgvuldig
licite aannemelijk; geldig; valabel; valide bevoegd; geautoriseerd; gerechtigd; gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; wettelijk; wettig
légitime aannemelijk; geldig; valabel; valide aannemelijk; bevoegd; billijk; braaf; degelijk; eerlijk; fair; geautoriseerd; gefundeerd; gegrond; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; legaal; legitiem; logisch; op deugdelijke gronden steunend; op goede gronden steunend; rechtgeaard; rechtmatig; rechtschapen; rechtsgeldig; rechtvaardig; solide; steekhoudend; wetmatig; wettelijk; wettig
valable aannemelijk; geldig; valabel; valide

Wiktionary: valide

valide
adjective
  1. Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état.