Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor van zijn positie verdrijven (Nederlands) in het Frans

van zijn positie verdrijven:

van zijn positie verdrijven werkwoord (verdrijf van zijn positie, verdrijft van zijn positie, verdreef van zijn positie, verdreven van zijn positie, van zijn positie verdreven)

  1. van zijn positie verdrijven (afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; aan de dijk zetten)
    licencier; congédier; débaucher; démettre; décharger; dégommer; mettre au rancart; jeter dehors; mettre sur le pavé
    • licencier werkwoord (licencie, licencies, licencions, licenciez, )
    • congédier werkwoord (congédie, congédies, congédions, congédiez, )
    • débaucher werkwoord
    • démettre werkwoord (démets, démet, démettons, démettez, )
    • décharger werkwoord (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )
    • dégommer werkwoord (dégomme, dégommes, dégommons, dégommez, )
    • mettre au rancart werkwoord
    • jeter dehors werkwoord

Conjugations for van zijn positie verdrijven:

o.t.t.
  1. verdrijf van zijn positie
  2. verdrijft van zijn positie
  3. verdrijft van zijn positie
  4. verdrijven van zijn positie
  5. verdrijven van zijn positie
  6. verdrijven van zijn positie
o.v.t.
  1. verdreef van zijn positie
  2. verdreef van zijn positie
  3. verdreef van zijn positie
  4. verdreven van zijn positie
  5. verdreven van zijn positie
  6. verdreven van zijn positie
v.t.t.
  1. heb van zijn positie verdreven
  2. hebt van zijn positie verdreven
  3. heeft van zijn positie verdreven
  4. hebben van zijn positie verdreven
  5. hebben van zijn positie verdreven
  6. hebben van zijn positie verdreven
v.v.t.
  1. had van zijn positie verdreven
  2. had van zijn positie verdreven
  3. had van zijn positie verdreven
  4. hadden van zijn positie verdreven
  5. hadden van zijn positie verdreven
  6. hadden van zijn positie verdreven
o.t.t.t.
  1. zal van zijn positie verdrijven
  2. zult van zijn positie verdrijven
  3. zal van zijn positie verdrijven
  4. zullen van zijn positie verdrijven
  5. zullen van zijn positie verdrijven
  6. zullen van zijn positie verdrijven
o.v.t.t.
  1. zou van zijn positie verdrijven
  2. zou van zijn positie verdrijven
  3. zou van zijn positie verdrijven
  4. zouden van zijn positie verdrijven
  5. zouden van zijn positie verdrijven
  6. zouden van zijn positie verdrijven
en verder
  1. ben van zijn positie verdreven
  2. bent van zijn positie verdreven
  3. is van zijn positie verdreven
  4. zijn van zijn positie verdreven
  5. zijn van zijn positie verdreven
  6. zijn van zijn positie verdreven
diversen
  1. verdrijf van zijn positie!
  2. verdrijft van zijn positie!
  3. van zijn positie verdreven
  4. van zijn positie verdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor van zijn positie verdrijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
congédier aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; ecarteren; ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; wegsturen; wegzenden
débaucher aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
décharger aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; afladen; afmaken; afreageren; afscheiden; afschieten; afslachten; afvoeren; afvuren; bliksemen; dechargeren; doden; ecarteren; flitsen; iets uitladen; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lichten; lossen; lozen; luchten; moorden; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontslaan; oplichten; schieten; schieten op; schoten lossen; uitgieten; uitladen; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; vermoorden; verzenden; vrijpleiten; vrijspreken; vuren; weerlichten; wegsturen; wegzenden; zuiveren
dégommer aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
démettre aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; ecarteren; ontheffen; ontslaan; ontzetten; uit de macht ontzetten; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
jeter dehors aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven uitgooien; uitwerpen
licencier aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
mettre au rancart aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
mettre sur le pavé aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven

Verwante vertalingen van van zijn positie verdrijven