Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verdisconteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdisconteren (Nederlands) in het Frans

verdisconteren:

verdisconteren werkwoord (verdisconteer, verdisconteert, verdisconteerde, verdisconteerden, verdisconteerd)

  1. verdisconteren (incalculeren)
    escompter; prévoir
    • escompter werkwoord (escompte, escomptes, escomptons, escomptez, )
    • prévoir werkwoord (prévois, prévoit, prévoyons, prévoyez, )

Conjugations for verdisconteren:

o.t.t.
  1. verdisconteer
  2. verdisconteert
  3. verdisconteert
  4. verdisconteren
  5. verdisconteren
  6. verdisconteren
o.v.t.
  1. verdisconteerde
  2. verdisconteerde
  3. verdisconteerde
  4. verdisconteerden
  5. verdisconteerden
  6. verdisconteerden
v.t.t.
  1. heb verdisconteerd
  2. hebt verdisconteerd
  3. heeft verdisconteerd
  4. hebben verdisconteerd
  5. hebben verdisconteerd
  6. hebben verdisconteerd
v.v.t.
  1. had verdisconteerd
  2. had verdisconteerd
  3. had verdisconteerd
  4. hadden verdisconteerd
  5. hadden verdisconteerd
  6. hadden verdisconteerd
o.t.t.t.
  1. zal verdisconteren
  2. zult verdisconteren
  3. zal verdisconteren
  4. zullen verdisconteren
  5. zullen verdisconteren
  6. zullen verdisconteren
o.v.t.t.
  1. zou verdisconteren
  2. zou verdisconteren
  3. zou verdisconteren
  4. zouden verdisconteren
  5. zouden verdisconteren
  6. zouden verdisconteren
diversen
  1. verdisconteer!
  2. verdisconteert!
  3. verdisconteerd
  4. verdisconterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdisconteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escompter incalculeren; verdisconteren disconteren
prévoir incalculeren; verdisconteren plannen; tevoren zien; voorzien