Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vermurwen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vermurwen (Nederlands) in het Frans

vermurwen:

vermurwen werkwoord (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)

  1. vermurwen
    atténuer; apitoyer; émouvoir; adoucir; radoucir; amollir; attendrir; modérer; s'attendrir
    • atténuer werkwoord (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )
    • apitoyer werkwoord
    • émouvoir werkwoord (émeus, émeut, émouvons, émouvez, )
    • adoucir werkwoord (adoucis, adoucit, adoucissons, adoucissez, )
    • radoucir werkwoord (radoucis, radoucit, radoucissons, radoucissez, )
    • amollir werkwoord (amollis, amollit, amollissons, amollissez, )
    • attendrir werkwoord (attendris, attendrit, attendrissons, attendrissez, )
    • modérer werkwoord (modère, modères, modérons, modérez, )
    • s'attendrir werkwoord

Conjugations for vermurwen:

o.t.t.
  1. vermurw
  2. vermurwt
  3. vermurwt
  4. vermurwen
  5. vermurwen
  6. vermurwen
o.v.t.
  1. vermurwde
  2. vermurwde
  3. vermurwde
  4. vermurwden
  5. vermurwden
  6. vermurwden
v.t.t.
  1. heb vermurwd
  2. hebt vermurwd
  3. heeft vermurwd
  4. hebben vermurwd
  5. hebben vermurwd
  6. hebben vermurwd
v.v.t.
  1. had vermurwd
  2. had vermurwd
  3. had vermurwd
  4. hadden vermurwd
  5. hadden vermurwd
  6. hadden vermurwd
o.t.t.t.
  1. zal vermurwen
  2. zult vermurwen
  3. zal vermurwen
  4. zullen vermurwen
  5. zullen vermurwen
  6. zullen vermurwen
o.v.t.t.
  1. zou vermurwen
  2. zou vermurwen
  3. zou vermurwen
  4. zouden vermurwen
  5. zouden vermurwen
  6. zouden vermurwen
diversen
  1. vermurw!
  2. vermurwt!
  3. vermurwd
  4. vermurwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vermurwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoucir vermurwen lenigen; ontharden; verlichten; vertederen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week worden; zachtmaken
amollir vermurwen ontharden; vertederen; verweken; zachtmaken
apitoyer vermurwen
attendrir vermurwen aangrijpen; ontharden; ontroeren; vertederen; verweken; zachtmaken
atténuer vermurwen aan kracht inboeten; aftakelen; lenigen; ontharden; uitputten; verlichten; verslappen; vervriendelijken; verweken; verzachten; verzwakken; week worden; wegglijden; zachtmaken; zwak worden; zwakker worden
modérer vermurwen bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; dempen; intomen; lenigen; matigen; met mate gebruiken; temperen; verlichten; vervriendelijken; verweken; verzachten; week worden; zich matigen
radoucir vermurwen in de week zetten; lenigen; ontharden; verlichten; vertederen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week maken; weken; zachtmaken
s'attendrir vermurwen vertederen
émouvoir vermurwen aangrijpen; ontroeren; raken; treffen; vertederen