Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verwilderd:
  2. verwilderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwilderd (Nederlands) in het Frans

verwilderd:

verwilderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verwilderd (verwaarloosd; onverzorgd)
    négligé; mal soigné; délaissé
  2. verwilderd (bandeloos)
    dévergondé; anarchique; indiscipliné

Vertaal Matrix voor verwilderd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
négligé negligé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anarchique bandeloos; verwilderd anarchistisch; regeringsloos
délaissé onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd afgezonderd; desolaat; eenzaam; hulpeloos; in quarantaine; vereenzaamd; verlaten; weerloos
dévergondé bandeloos; verwilderd
indiscipliné bandeloos; verwilderd bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; ongedisciplineerd; ongehoorzaam; ongezeglijk; tuchteloos; vrij; vrijgevochten
mal soigné onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd onordelijk; ordeloos; wanordelijk
négligé onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd achterwege; achterwege blijvend; flodderig; haveloos; morsig; onordelijk; ordeloos; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig; wanordelijk

Wiktionary: verwilderd


Cross Translation:
FromToVia
verwilderd marron; féral; haret feral — wild, untamed, especially of domesticated animals having returned to the wild

verwilderd vorm van verwilderen:

verwilderen werkwoord (verwilder, verwildert, verwilderde, verwilderden, verwilderd)

  1. verwilderen
    s'abrutir

Conjugations for verwilderen:

o.t.t.
  1. verwilder
  2. verwildert
  3. verwildert
  4. verwilderen
  5. verwilderen
  6. verwilderen
o.v.t.
  1. verwilderde
  2. verwilderde
  3. verwilderde
  4. verwilderden
  5. verwilderden
  6. verwilderden
v.t.t.
  1. ben verwilderd
  2. bent verwilderd
  3. is verwilderd
  4. zijn verwilderd
  5. zijn verwilderd
  6. zijn verwilderd
v.v.t.
  1. was verwilderd
  2. was verwilderd
  3. was verwilderd
  4. waren verwilderd
  5. waren verwilderd
  6. waren verwilderd
o.t.t.t.
  1. zal verwilderen
  2. zult verwilderen
  3. zal verwilderen
  4. zullen verwilderen
  5. zullen verwilderen
  6. zullen verwilderen
o.v.t.t.
  1. zou verwilderen
  2. zou verwilderen
  3. zou verwilderen
  4. zouden verwilderen
  5. zouden verwilderen
  6. zouden verwilderen
diversen
  1. verwilder!
  2. verwildert!
  3. verwilderd
  4. verwilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwilderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'abrutir verwilderen versuffen