Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwording (Nederlands) in het Frans

verwording:

verwording [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verwording (decadentie)
    la chute; le déclin; la décadence; la dégénérescence; la dégradation
  2. de verwording (ontaarding; degeneratie)
    la détérioration; la décomposition; la corruption; la décadence; la dégénérescence; la dégénération; le caractère dénaturé
  3. de verwording (verval)
    la détérioration; la dégradation
  4. de verwording (verrotten; ontbinding; vergaan; bederven; bederf)
    la dissolution; la pourriture; la décomposition; la putréfaction

Vertaal Matrix voor verwording:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caractère dénaturé degeneratie; ontaarding; verwording
chute decadentie; verwording afname; daling; debacle; inzakken; kelderen; minder worden; ondergang; sterk in waarde dalen; teloorgang; tenondergang; terugloop; terugvallen; tuimelen; val; vallen
corruption degeneratie; ontaarding; verwording corruptie; omkoperij; omkoping; slechtheid; verdorvenheid
dissolution bederf; bederven; ontbinding; vergaan; verrotten; verwording bandenplaklijm; ontbinden; ontbinding; opheffing van vergadering; solutie; uiteen halen
décadence decadentie; degeneratie; ontaarding; verwording
déclin decadentie; verwording achteruitgang; afname; daling; minder worden; terugloop; val; verval
décomposition bederf; bederven; degeneratie; ontaarding; ontbinding; vergaan; verrotten; verwording bederf; rottingsproces; verrotting
dégradation decadentie; verval; verwording bederf; beschadiging; degradatie; degraderen; schade; terugzetting; verlaging; verlies van normen en waarden; verloedering; verrotting; verslechtering
dégénération degeneratie; ontaarding; verwording degenerering
dégénérescence decadentie; degeneratie; ontaarding; verwording slechtheid; verdorvenheid
détérioration degeneratie; ontaarding; verval; verwording bederf; beschadigen; beschadiging; degenerering; kwetsen; schade; verergering; verlies van normen en waarden; verloedering; verrotting; verruwing; verslechtering
pourriture bederf; bederven; ontbinding; vergaan; verrotten; verwording bederf; bedorvenheid; bocht; bruine rot; houtrot; ransheid; rotheid; rotting; rotzooi; smerig spul; troep; vergaanheid; verrotheid; verrotting; verrottingsproces
putréfaction bederf; bederven; ontbinding; vergaan; verrotten; verwording bederf; rotting; rottingsproces; verrotting

Wiktionary: verwording

verwording
noun
  1. action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
  2. État ou fait de ce qui est abâtardir, au propre comme au figuré.
  3. (Figuré) État de corruption, de décomposition d’une société.