Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verzakken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzakken (Nederlands) in het Frans

verzakken:

verzakken werkwoord (verzak, verzakt, verzakte, verzakten, verzakt)

  1. verzakken

Conjugations for verzakken:

o.t.t.
  1. verzak
  2. verzakt
  3. verzakt
  4. verzakken
  5. verzakken
  6. verzakken
o.v.t.
  1. verzakte
  2. verzakte
  3. verzakte
  4. verzakten
  5. verzakten
  6. verzakten
v.t.t.
  1. ben verzakt
  2. bent verzakt
  3. is verzakt
  4. zijn verzakt
  5. zijn verzakt
  6. zijn verzakt
v.v.t.
  1. was verzakt
  2. was verzakt
  3. was verzakt
  4. waren verzakt
  5. waren verzakt
  6. waren verzakt
o.t.t.t.
  1. zal verzakken
  2. zult verzakken
  3. zal verzakken
  4. zullen verzakken
  5. zullen verzakken
  6. zullen verzakken
o.v.t.t.
  1. zou verzakken
  2. zou verzakken
  3. zou verzakken
  4. zouden verzakken
  5. zouden verzakken
  6. zouden verzakken
diversen
  1. verzak!
  2. verzakt!
  3. verzakt
  4. verzakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verzakken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'affaisser verzakken doorbuigen; doorzakken; ineenzakken; ineenzijgen; kelderen; uitbuiken; uitzakken; wegzakken; zakken; zakken in
s'ébouler verzakken inkalven

Wiktionary: verzakken