Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voormaals (Nederlands) in het Frans

voormaals:

voormaals bijvoeglijk naamwoord

  1. voormaals (voorheen; vroeger; eertijds)
    auparavant; autrefois; dans le temps; plus tôt; anciennement; précédemment; jadis; antérieurement; il y a; voilà

Vertaal Matrix voor voormaals:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voilà ziezo; zo!
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anciennement eertijds; voorheen; voormaals; vroeger
antérieurement eertijds; voorheen; voormaals; vroeger eerder; ex; geweest; gewezen; toenmalig; voordien; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere
auparavant eertijds; voorheen; voormaals; vroeger aanvankelijk; eerder; eerst; eerstens; ex; geweest; gewezen; tevoren; toenmalig; van tevoren; vantevoren; vooraf; voordien; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere
autrefois eertijds; voorheen; voormaals; vroeger eerder; eermaals; ex; geweest; gewezen; toenmalig; voordien; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere; weleer
dans le temps eertijds; voorheen; voormaals; vroeger
il y a eertijds; voorheen; voormaals; vroeger geleden
jadis eertijds; voorheen; voormaals; vroeger eerder; ex; geweest; gewezen; toenmalig; voordien; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere; weleer
plus tôt eertijds; voorheen; voormaals; vroeger eerder; voordien; voorheen; vroeger
précédemment eertijds; voorheen; voormaals; vroeger ex; geweest; gewezen; tevoren; toenmalig; van tevoren; vooraf; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
voilà eertijds; voorheen; voormaals; vroeger ziezo