Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vooruitbrengen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vooruitbrengen (Nederlands) in het Frans

vooruitbrengen:

vooruitbrengen werkwoord (breng vooruit, brengt vooruit, bracht vooruit, brachten vooruit, vooruitgebracht)

  1. vooruitbrengen
    améliorer; faire progresser; pousser; faire avancer
    • améliorer werkwoord (améliore, améliores, améliorons, améliorez, )
    • faire progresser werkwoord
    • pousser werkwoord (pousse, pousses, poussons, poussez, )
    • faire avancer werkwoord

Conjugations for vooruitbrengen:

o.t.t.
  1. breng vooruit
  2. brengt vooruit
  3. brengt vooruit
  4. brengen vooruit
  5. brengen vooruit
  6. brengen vooruit
o.v.t.
  1. bracht vooruit
  2. bracht vooruit
  3. bracht vooruit
  4. brachten vooruit
  5. brachten vooruit
  6. brachten vooruit
v.t.t.
  1. heb vooruitgebracht
  2. hebt vooruitgebracht
  3. heeft vooruitgebracht
  4. hebben vooruitgebracht
  5. hebben vooruitgebracht
  6. hebben vooruitgebracht
v.v.t.
  1. had vooruitgebracht
  2. had vooruitgebracht
  3. had vooruitgebracht
  4. hadden vooruitgebracht
  5. hadden vooruitgebracht
  6. hadden vooruitgebracht
o.t.t.t.
  1. zal vooruitbrengen
  2. zult vooruitbrengen
  3. zal vooruitbrengen
  4. zullen vooruitbrengen
  5. zullen vooruitbrengen
  6. zullen vooruitbrengen
o.v.t.t.
  1. zou vooruitbrengen
  2. zou vooruitbrengen
  3. zou vooruitbrengen
  4. zouden vooruitbrengen
  5. zouden vooruitbrengen
  6. zouden vooruitbrengen
diversen
  1. breng vooruit!
  2. brengt vooruit!
  3. vooruitgebracht
  4. vooruitbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vooruitbrengen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
améliorer vooruitbrengen afhalen; afmaken; afnemen; beter worden; beteren; bijschaven; bijwerken; completeren; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; meenemen; ophalen; perfectioneren; progressie maken; renoveren; repareren; verbeteren; veredelen; verfijnen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien; vooruitgang boeken; weghalen; wegnemen
faire avancer vooruitbrengen stuwen; voortbewegen; voortstuwen; vooruitduwen
faire progresser vooruitbrengen
pousser vooruitbrengen aandrijven; aandringen; aanduwen; aanhouden; aansporen; aanstoten; aanzwiepen; afschrikken; agiteren; bang maken; dringen; duwen; gedijen; gisten; groeien; groot worden; in beroering brengen; kiemen; omhoog schieten; omroeren; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; op iets aandringen; opdrijven; opdringen; opduwen; openstoten; opgroeien; opkrikken; oppoken; opschieten; opschroeven; opschuiven; opstoken; opwekken; plaats maken; prikkelen; roeren; schuiven; stimuleren; tieren; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; veel doen stijgen; verderhelpen; verplaatsen; verschrikken; verzetten; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortkomen uit; voortschuiven; vooruitduwen; vooruithelpen; wassen; wegjagen