Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vorig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vorig (Nederlands) in het Frans

vorig:

vorig bijvoeglijk naamwoord

  1. vorig (afgelopen; verleden)
    passé; précédent; ancien; antérieur; d'avant

Vertaal Matrix voor vorig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancien ouderejaars; ouderling
passé verleden
précédent precedent
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- verleden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancien afgelopen; verleden; vorig antiek; antiquarisch; ex; geweest; gewezen; oud; ouderwets; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
antérieur afgelopen; verleden; vorig ex; geweest; gewezen; inleidend; toenmalig; voorafgaand; voorgaand; voorheen; voormalig; voormalige; vooropgaand; vorige; vroeger; vroegere
d'avant afgelopen; verleden; vorig ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
passé afgelopen; verleden; vorig af; afgedaan; afgelopen; armoedig; bedorven; beëindigd; doorgegeven; ex; flodderig; gereed; geweest; gewezen; geëindigd; haveloos; jongstleden; klaar; kwijt; o.v.t.; onvoltooid verleden tijd; over; pover; rot; rottig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slecht; toenmalig; uit; verder gegeven; verdwaald; vergaan; verleden tijd; verlopen; verloren; vermist; verrot; verstreken; vervallen; voltooid; voorbij; voorgevallen; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere; weg; zoek
précédent afgelopen; verleden; vorig ex; geweest; gewezen; inleidend; onderhavig; toenmalig; voorafgaand; voorgaand; voorheen; voorliggend; voormalig; voormalige; vooropgaand; vorige; vroeger; vroegere

Verwante woorden van "vorig":


Synoniemen voor "vorig":


Antoniemen van "vorig":


Verwante definities voor "vorig":

  1. wat eerder gebeurd is1
    • tijdens een van zijn vorige vakanties werd hij ziek1
  2. wat eraan voorafgaat1
    • op de vorige bladzijde stond ook nog een fout1

Wiktionary: vorig

vorig
adjective
  1. Qui précéder, qui est immédiatement avant, en parlant ordinairement par rapport au temps.

Cross Translation:
FromToVia
vorig précédent foregone — Previous, former
vorig dernier last — Most recent
vorig préalable previous — prior