Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vorst (Nederlands) in het Frans

vorst:

vorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vorst (majesteit; soeverein)
    le souverain; la majesté; le monarque
  2. de vorst (monarch; koning; heerser; soeverein)
    le roi; la majesté; le monarque; le souverain
    • roi [le ~] zelfstandig naamwoord
    • majesté [la ~] zelfstandig naamwoord
    • monarque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • souverain [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vorst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majesté heerser; koning; majesteit; monarch; soeverein; vorst
monarque heerser; koning; majesteit; monarch; soeverein; vorst infante; kroonprins; kroonprinses; pretendent; pretendente; prins; succeseur; troonopvolger; troonpretendent
roi heerser; koning; monarch; soeverein; vorst heer; heerser; machthebber; soeverein
souverain heerser; koning; majesteit; monarch; soeverein; vorst autoriteit; baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; gezagsorgaan; heer; heerser; infante; instantie; kroonprins; kroonprinses; landsheer; machthebber; meester; overheerser; overweldiger; pretendent; pretendente; prins; soeverein; succeseur; troonopvolger; troonpretendent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
souverain onafhankelijk; soeverein

Verwante definities voor "vorst":

  1. het lager dan nul graden zijn1
    • de weerman voorspelt vorst en sneeuw1
  2. hoofd van een rijk1
    • Nederland heeft geen vorst, maar een vorstin1

Wiktionary: vorst

vorst
noun
  1. À trier
  2. Traductions à trier suivant le sens
  3. météo|fr Froid qui glace l’eau et qui rend les corps plus rigides.

Cross Translation:
FromToVia
vorst gel frost — cold weather that would cause frost
vorst souverain sovereign — monarch
vorst gelée; gel; gélassure; gélassage; frâsil; gelée blanche Frost — äußere, sowohl strenge als auch milde Kälte, die bei Temperaturen im Bereich unter null Grad Celsius, also unterhalb des Gefrierpunktes von Wasser, eintritt

vorsen:

vorsen werkwoord (vors, vorst, vorste, vorsten, gevorst)

  1. vorsen (onderzoeken; speuren)

Conjugations for vorsen:

o.t.t.
  1. vors
  2. vorst
  3. vorst
  4. vorsen
  5. vorsen
  6. vorsen
o.v.t.
  1. vorste
  2. vorste
  3. vorste
  4. vorsten
  5. vorsten
  6. vorsten
v.t.t.
  1. heb gevorst
  2. hebt gevorst
  3. heeft gevorst
  4. hebben gevorst
  5. hebben gevorst
  6. hebben gevorst
v.v.t.
  1. had gevorst
  2. had gevorst
  3. had gevorst
  4. hadden gevorst
  5. hadden gevorst
  6. hadden gevorst
o.t.t.t.
  1. zal vorsen
  2. zult vorsen
  3. zal vorsen
  4. zullen vorsen
  5. zullen vorsen
  6. zullen vorsen
o.v.t.t.
  1. zou vorsen
  2. zou vorsen
  3. zou vorsen
  4. zouden vorsen
  5. zouden vorsen
  6. zouden vorsen
diversen
  1. vors!
  2. vorst!
  3. gevorst
  4. vorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vorsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire des recherches onderzoeken; speuren; vorsen doorvorsen; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; navorsen; onderzoeken; rechercheren; snuffelen; speuren
rechercher qc onderzoeken; speuren; vorsen


Verwante vertalingen van vorst