Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. wanhopen:
  2. wanhoop:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wanhopen (Nederlands) in het Frans

wanhopen:

wanhopen werkwoord (wanhoop, wanhoopt, wanhoopte, wanhoopten, gewanhoopt)

  1. wanhopen
    désespérer
    • désespérer werkwoord (désespère, désespères, désespérons, désespérez, )

Conjugations for wanhopen:

o.t.t.
  1. wanhoop
  2. wanhoopt
  3. wanhoopt
  4. wanhopen
  5. wanhopen
  6. wanhopen
o.v.t.
  1. wanhoopte
  2. wanhoopte
  3. wanhoopte
  4. wanhoopten
  5. wanhoopten
  6. wanhoopten
v.t.t.
  1. heb gewanhoopt
  2. hebt gewanhoopt
  3. heeft gewanhoopt
  4. hebben gewanhoopt
  5. hebben gewanhoopt
  6. hebben gewanhoopt
v.v.t.
  1. had gewanhoopt
  2. had gewanhoopt
  3. had gewanhoopt
  4. hadden gewanhoopt
  5. hadden gewanhoopt
  6. hadden gewanhoopt
o.t.t.t.
  1. zal wanhopen
  2. zult wanhopen
  3. zal wanhopen
  4. zullen wanhopen
  5. zullen wanhopen
  6. zullen wanhopen
o.v.t.t.
  1. zou wanhopen
  2. zou wanhopen
  3. zou wanhopen
  4. zouden wanhopen
  5. zouden wanhopen
  6. zouden wanhopen
diversen
  1. wanhoop!
  2. wanhoopt!
  3. gewanhoopt
  4. wanhopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wanhopen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
désespérer wanhopen hoop opgeven; moedeloos maken; opgeven; vertwijfelen

Verwante woorden van "wanhopen":


Wiktionary: wanhopen

wanhopen
verb
  1. perdre l’espoir de quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
wanhopen désespérer despair — to be hopeless

wanhoop:

wanhoop [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wanhoop (radeloosheid; vertwijfeling)
    le désespoir; la désespérance; le mal de vivre; la morosité; la mélancolie; la tristesse

Vertaal Matrix voor wanhoop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
désespoir radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; zwaarmoedigheid
désespérance radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop gedeprimeerdheid; neerslachtigheid; somberheid; treurnis; triestheid; zwaarmoedigheid
mal de vivre radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
morosité radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; grauwheid; humeurigheid; kleurloosheid; melancholie; neerslachtigheid; somberheid; treurnis; triestheid; zwaarmoedigheid
mélancolie radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop droefenis; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; leed; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; rouw; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; weemoed; zwaarmoedigheid
tristesse radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop bedroefdheid; bekommernis; bezorgdheid; chagrijn; droefenis; droefgeestigheid; droefheid; ellende; ergernis; gedeprimeerdheid; grauwheid; kleurloosheid; kommer; kruis; kwel; leed; melancholie; misère; neerslachtigheid; ongeluk; ongerustheid; pijn; rouw; smart; somberheid; treurigheid; treurnis; triestheid; troosteloosheid; troosteloze toestand; verdriet; verontrusting; weemoed; zieligheid; zorg; zwaarmoedigheid

Verwante woorden van "wanhoop":


Verwante definities voor "wanhoop":

  1. gevoel dat er niets goeds meer kan gebeuren1
    • hij voelt alleen maar wanhoop als hij aan de toekomst denkt1

Wiktionary: wanhoop

wanhoop
noun
  1. een ellendige toestand waarin men geen uitkomst meer ziet
wanhoop
noun
  1. perte d’espérance ; état d’une personne qui perdre toute espérance.

Cross Translation:
FromToVia
wanhoop désespoir despondency — loss of hope or confidence
wanhoop désespoir Verzweiflung — der Zustand, in dem jemand keine Hoffnung mehr hat