Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zelf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelf (Nederlands) in het Frans

zelf:

zelf bijvoeglijk naamwoord

  1. zelf (ikzelf; zelve)
    moi-même; même
  2. zelf (eigenhandig)
    personnellement; de ses propres mains; de sa propre main

Vertaal Matrix voor zelf:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
moi-même mezelf; mijzelf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de sa propre main eigenhandig; zelf
de ses propres mains eigenhandig; zelf
moi-même ikzelf; zelf; zelve
même ikzelf; zelf; zelve aangezien; analoog; daar; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; net zo; soortgelijk; vermits; zelfde; zelfs; zowaar
personnellement eigenhandig; zelf besloten; privé

Verwante woorden van "zelf":

  • zelfheid

Verwante definities voor "zelf":

  1. in eigen persoon1
    • ik heb de deur zelf geverfd1

Wiktionary: zelf

zelf
pronoun
  1. in eigen persoon
  2. in tegenstelling met iets anders

Cross Translation:
FromToVia
zelf lui-même himself — (emphatic, exclusive) he
zelf soi-même itself — (emphatic) it
zelf soi-même self — individual person as the object of his own reflective consciousness

Verwante vertalingen van zelf