Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zogen (Nederlands) in het Frans

zogen:

zogen werkwoord (zoog, zoogt, zoogde, zoogden, gezoogd)

  1. zogen (borstvoeding geven; de borst geven)
    lactationer; nourrir; donner le sein à; alimenter au sein; nourrir un enfant au sein
  2. zogen (een baby zogen)
    allaiter; donner le sein à un bébé
    • allaiter werkwoord (allaite, allaites, allaitons, allaitez, )

Conjugations for zogen:

o.t.t.
  1. zoog
  2. zoogt
  3. zoogt
  4. zogen
  5. zogen
  6. zogen
o.v.t.
  1. zoogde
  2. zoogde
  3. zoogde
  4. zoogden
  5. zoogden
  6. zoogden
v.t.t.
  1. heb gezoogd
  2. hebt gezoogd
  3. heeft gezoogd
  4. hebben gezoogd
  5. hebben gezoogd
  6. hebben gezoogd
v.v.t.
  1. had gezoogd
  2. had gezoogd
  3. had gezoogd
  4. hadden gezoogd
  5. hadden gezoogd
  6. hadden gezoogd
o.t.t.t.
  1. zal zogen
  2. zult zogen
  3. zal zogen
  4. zullen zogen
  5. zullen zogen
  6. zullen zogen
o.v.t.t.
  1. zou zogen
  2. zou zogen
  3. zou zogen
  4. zouden zogen
  5. zouden zogen
  6. zouden zogen
diversen
  1. zoog!
  2. zoogt!
  3. gezoogd
  4. zogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zogen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alimenter au sein borstvoeding geven; de borst geven; zogen
allaiter een baby zogen; zogen voeden; voedsel geven
donner le sein à borstvoeding geven; de borst geven; zogen voeden; voedsel geven
donner le sein à un bébé een baby zogen; zogen
lactationer borstvoeding geven; de borst geven; zogen
nourrir borstvoeding geven; de borst geven; zogen eten geven; financieel steunen; grootbrengen; koesteren; onderhouden; opvoeden; spijzen; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vormen
nourrir un enfant au sein borstvoeding geven; de borst geven; zogen voeden; voedsel geven

Wiktionary: zogen

zogen
verb
  1. het te drinken geven van moedermelk
zogen
Cross Translation:
FromToVia
zogen allaiter; donner la tétée breastfeed — feed a baby milk via the breasts
zogen allaiter; donner le sein nurse — to breast feed

zogen vorm van zuigen:

zuigen werkwoord (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)

  1. zuigen (lurken; sabbelen)
    sucer; téter; suçoter
    • sucer werkwoord (suce, suces, suçons, sucez, )
    • téter werkwoord (tète, tètes, tétons, tétez, )
    • suçoter werkwoord (suçote, suçotes, suçotons, suçotez, )
  2. zuigen (lurken; slurpen)
    sucer; absorber; s'imbiber
    • sucer werkwoord (suce, suces, suçons, sucez, )
    • absorber werkwoord (absorbe, absorbes, absorbons, absorbez, )
    • s'imbiber werkwoord
  3. zuigen (fellatio doen; pijpen; afzuigen)
    sucer; téter
    • sucer werkwoord (suce, suces, suçons, sucez, )
    • téter werkwoord (tète, tètes, tétons, tétez, )

Conjugations for zuigen:

o.t.t.
  1. zuig
  2. zuigt
  3. zuigt
  4. zuigen
  5. zuigen
  6. zuigen
o.v.t.
  1. zoog
  2. zoog
  3. zoog
  4. zogen
  5. zogen
  6. zogen
v.t.t.
  1. heb gezogen
  2. hebt gezogen
  3. heeft gezogen
  4. hebben gezogen
  5. hebben gezogen
  6. hebben gezogen
v.v.t.
  1. had gezogen
  2. had gezogen
  3. had gezogen
  4. hadden gezogen
  5. hadden gezogen
  6. hadden gezogen
o.t.t.t.
  1. zal zuigen
  2. zult zuigen
  3. zal zuigen
  4. zullen zuigen
  5. zullen zuigen
  6. zullen zuigen
o.v.t.t.
  1. zou zuigen
  2. zou zuigen
  3. zou zuigen
  4. zouden zuigen
  5. zouden zuigen
  6. zouden zuigen
diversen
  1. zuig!
  2. zuigt!
  3. gezogen
  4. zuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zuigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
téter volzuigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorber lurken; slurpen; zuigen absorberen; binnenkrijgen; doorslikken; in zich opnemen; inzuigen; naar binnen zuigen; opnemen; opslokken; opslorpen; opslurpen; slikken; zwelgen
s'imbiber lurken; slurpen; zuigen
sucer afzuigen; fellatio doen; lurken; pijpen; sabbelen; slurpen; zuigen kluiven; knauwen; leegzuigen; uitzuigen
suçoter lurken; sabbelen; zuigen kluiven; knauwen
téter afzuigen; fellatio doen; lurken; pijpen; sabbelen; zuigen

Verwante definities voor "zuigen":

  1. het eruit halen door het met je adem naar binnen te halen1
    • hij zuigt aan het rietje1
  2. naar binnen verplaatsen met lucht1
    • de machine zuigt het water naar boven1

Wiktionary: zuigen

zuigen
verb
  1. een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat
zuigen
verb
  1. sucer, en parlant du lait d’une femme, ou de la femelle de quelque animal.

Cross Translation:
FromToVia
zuigen sucer saugen — etwas mit Hilfe von Unterdruck an sich heran befördern
zuigen sucer saugenetwas mit Hilfe von Unterdruck in sich hinein befördern
zuigen sucer suck — to use the mouth to pull in (liquid etc)

Verwante vertalingen van zogen