Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zwijnenboel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwijnenboel (Nederlands) in het Frans

zwijnenboel:

zwijnenboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zwijnenboel (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; )
    la saleté; l'ordure; la cochonnerie; la saloperie; la malpropreté; l'obscénité; la négligence; la répugnance

Vertaal Matrix voor zwijnenboel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cochonnerie drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bocht; kliederboel; knoeierij; rotzooi; smeerlapperij; smerig spul; troep; viespeukerij; viezigheid; zwijnerij
malpropreté drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel goorheid; groezeligheid; onzindelijkheid; schurftigheid; smerigheid; vervuiling; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
négligence drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel achteloosheid; nalatigheid; nonchalance; onachtzaamheid; slordigheid; verzaking; verzuim; wanordelijkheid
obscénité drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
ordure drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlap; smeerlapperij; viespeukerij; viezerik; viezigheid; zwijn
répugnance drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel afkeer; afstotelijkheid; antipathie; aversie; hekel; smeerlapperij; tegenzin; viespeukerij; viezigheid; weerzin
saleté drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bocht; goorheid; groezeligheid; obsceniteit; onzindelijkheid; rotzooi; schuinheid; smeerboel; smeerlapperij; smerig spul; troep; vervuiling; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
saloperie drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid

Wiktionary: zwijnenboel

zwijnenboel
noun
  1. een bende, een vuile troep