Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vergenoegdheid:
  2. vergenoegd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergenoegdheid (Nederlands) in het Frans

vergenoegdheid:

vergenoegdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vergenoegdheid
    la satisfaction; le contentement

Vertaal Matrix voor vergenoegdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contentement vergenoegdheid aardigheid; bevrediging; content; genoegen; genoegzaamheid; plezier; satisfactie; schik; tevredenheid; voldaanheid; voldoening; zelfvoldoening
satisfaction vergenoegdheid aardigheid; bevrediging; blijheid; blijmoedigheid; content; gein; genoegdoening; genoegen; genoegzaamheid; ingenomenheid; jolijt; keet; leut; lol; opgewektheid; plezier; pret; satisfactie; schik; tevredenheid; tevredenstelling; voldaanheid; voldoening; vreugde; vrolijkheid; welbehagen

Verwante woorden van "vergenoegdheid":


Wiktionary: vergenoegdheid

vergenoegdheid

vergenoegd:

vergenoegd bijvoeglijk naamwoord

  1. vergenoegd (voldaan; tevreden; bevredigd; verzadigd; genoeg)
    content; satisfait; réjoui
  2. vergenoegd (tevreden; gelukkig; voldaan)
    satisfait

Vertaal Matrix voor vergenoegd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
content bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan blij; blijgestemd; blijmoedig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk
réjoui bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan blij; blijgestemd; blijmoedig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk
satisfait bevredigd; gelukkig; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan blij; blijgestemd; blijmoedig; dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk

Verwante woorden van "vergenoegd":


Wiktionary: vergenoegd

vergenoegd
adjective
  1. À trier