Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. angel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor angel in het Nederlands

angel:

angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de angel
    de angel; de gifangel
    • angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gifangel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de angel
    de weerhaak; de vishaak; de angel
    • weerhaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vishaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • angel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "angel":

  • angels, angeltje, angeltjes