Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. angstig:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor angstig in het Nederlands

angstig:

angstig bijvoeglijk naamwoord

  1. angstig
    bang; bevreesd; angstig; verschrikt; in angst; vreesachtig
  2. angstig
    – voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren 1
    bang; benauwd; angstig
    – voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren 1
    • bang bijvoeglijk naamwoord
      • Tina is bang voor muizen1
    • benauwd bijvoeglijk naamwoord
      • hij was benauwd dat hij zijn baan zou verliezen1
    • angstig bijvoeglijk naamwoord
      • angstig keek hij de inbreker aan1

Verwante woorden van "angstig":

  • angstiger, angstigere, angstigst, angstigste, angstige

Alternatieve synoniemen voor "angstig":


Verwante definities voor "angstig":

  1. voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren1
    • angstig keek hij de inbreker aan1

Verwante synoniemen voor angstig