Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. anus:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor anus in het Nederlands

anus:

anus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de anus
    de anus; de aars; het gat
    • anus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gat [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "anus":

  • anussen