Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. apparaat:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor apparaatje in het Nederlands

apparaat:

apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het apparaat
    het apparaat; de toestel
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toestel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. het apparaat
    het apparaat
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het apparaat
    – toestel waarmee je iets kunt doen 1
    het apparaat
    – toestel waarmee je iets kunt doen 1
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
      • met dit apparaat kun je sinaasappels uitpersen1

Verwante woorden van "apparaat":


Verwante definities voor "apparaat":

  1. toestel waarmee je iets kunt doen1
    • met dit apparaat kun je sinaasappels uitpersen1