Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bekwaamheid in het Nederlands

bekwaamheid:

bekwaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bekwaamheid
    de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft
  2. de bekwaamheid
    de bekwaamheid; de capaciteit; de kwaliteit; ter zake kundigheid
  3. de bekwaamheid
    de vaardigheid; de bekwaamheid

Verwante woorden van "bekwaamheid":


bekwaam:

bekwaam bijvoeglijk naamwoord

  1. bekwaam
    geschikt; bekwaam; competent; capabel
  2. bekwaam
    bekwaam; bedreven; geoefend
  3. bekwaam
    handig; vaardig; bekwaam; behendig; kundig
  4. bekwaam
    – iets heel goed kunnen 1
    geschikt; bekwaam; capabel
    – iets heel goed kunnen 1
    • geschikt bijvoeglijk naamwoord
      • hij is heel geschikt voor dit werk1
    • bekwaam bijvoeglijk naamwoord
      • hij is een bekwaam chauffeur1
    • capabel bijvoeglijk naamwoord
      • hij is als directeur erg capabel1

Verwante woorden van "bekwaam":


Alternatieve synoniemen voor "bekwaam":


Verwante definities voor "bekwaam":

  1. iets heel goed kunnen1
    • hij is een bekwaam chauffeur1

Verwante synoniemen voor bekwaamheid