Nederlandse synoniemen van belastingen, ander woord voor belastingen

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor belastingen in het Nederlands

de belastingen
de belastingen; de heffingen
- belastingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- heffingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de belasting
de kosten; de belasting; de heffing; de leges
- kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
de belasting
de belasting; overheidsbelasting
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overheidsbelasting [znw.] zelfstandig naamwoord
de belasting
de belasting
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
de belasting

– geld dat je aan het rijk moet geven voor algemene voorzieningen ¹
de belasting
– geld dat je aan het rijk moet geven voor algemene voorzieningen ¹
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - als je veel verdient, moet je veel belasting betalen¹
de belasting

– gewicht van een lading ¹
de belasting
– gewicht van een lading ¹
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - bij te zware belasting werkt de lift niet¹
de belasting

– taak die iemand moet uitvoeren ¹
de belasting
– taak die iemand moet uitvoeren ¹
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  - elke dag huiswerk maken is een te grote belasting voor mij¹

geld dat je aan het rijk moet geven voor algemene voorzieningen¹
- als je veel verdient, moet je veel belasting betalen¹
gewicht van een lading¹
- bij te zware belasting werkt de lift niet¹
taak die iemand moet uitvoeren¹
- elke dag huiswerk maken is een te grote belasting voor mij¹