Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. betoverd:
  2. betoveren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor betoverd in het Nederlands

betoverd:

betoverd bijvoeglijk naamwoord

  1. betoverd
    betoverd

betoveren:

betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)

  1. betoveren
    betoveren; beheksen
    • betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)
    • beheksen werkwoord (beheks, behekst, behekste, beheksten, behekst)

Conjugations for betoveren:

o.t.t.
  1. betover
  2. betovert
  3. betovert
  4. betoveren
  5. betoveren
  6. betoveren
o.v.t.
  1. betoverde
  2. betoverde
  3. betoverde
  4. betoverden
  5. betoverden
  6. betoverden
v.t.t.
  1. heb betoverd
  2. hebt betoverd
  3. heeft betoverd
  4. hebben betoverd
  5. hebben betoverd
  6. hebben betoverd
v.v.t.
  1. had betoverd
  2. had betoverd
  3. had betoverd
  4. hadden betoverd
  5. hadden betoverd
  6. hadden betoverd
o.t.t.t.
  1. zal betoveren
  2. zult betoveren
  3. zal betoveren
  4. zullen betoveren
  5. zullen betoveren
  6. zullen betoveren
o.v.t.t.
  1. zou betoveren
  2. zou betoveren
  3. zou betoveren
  4. zouden betoveren
  5. zouden betoveren
  6. zouden betoveren
diversen
  1. betover!
  2. betovert!
  3. betoverd
  4. betoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze