Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bezwaar in het Nederlands

bezwaar:

bezwaar [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bezwaar
    het bezwaar; de bedenking
    • bezwaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bedenking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. het bezwaar
    het bezwaar; verdedigingsakte; het verweer; de repliek; het verweerschrift
  3. het bezwaar
    de klacht; het bezwaar; het klagen; de grief
    • klacht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bezwaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • het klagen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • grief [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. het bezwaar
    – waardoor het niet ideaal is 1
    het bezwaar
    – waardoor het niet ideaal is 1
    • bezwaar [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er is één bezwaar tegen zijn plan: het is te duur1
  5. het bezwaar
    – argument ertégen 1
    het bezwaar
    – argument ertégen 1
    • bezwaar [het ~] zelfstandig naamwoord
      • mijn voornaamste bezwaar is dat het te duur is1

Verwante woorden van "bezwaar":


Alternatieve synoniemen voor "bezwaar":


Antoniemen van "bezwaar":


Verwante definities voor "bezwaar":

  1. waardoor het niet ideaal is1
    • er is één bezwaar tegen zijn plan: het is te duur1
  2. argument ertégen1
    • mijn voornaamste bezwaar is dat het te duur is1

bezwaar vorm van bezwaren:

bezwaren werkwoord (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)

  1. bezwaren
    bezwaren; bezwaar maken; bezwaar aantekenen
    • bezwaren werkwoord (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)
    • bezwaar maken werkwoord (maak bezwaar, maakt bezwaar, maakte bezwaar, maakten bezwaar, bezwaar gemaakt)
    • bezwaar aantekenen werkwoord (teken bezwaar aan, tekent bezwaar aan, tekende bezwaar aan, tekenden bezwaar aan, bezwaar aangetekend)
  2. bezwaren
    bezwaren; zwaarder maken; verzwaren; gewicht toevoegen

Conjugations for bezwaren:

o.t.t.
  1. bezwaar
  2. bezwaart
  3. bezwaart
  4. bezwaren
  5. bezwaren
  6. bezwaren
o.v.t.
  1. bezwaarde
  2. bezwaarde
  3. bezwaarde
  4. bezwaarden
  5. bezwaarden
  6. bezwaarden
v.t.t.
  1. heb bezwaard
  2. hebt bezwaard
  3. heeft bezwaard
  4. hebben bezwaard
  5. hebben bezwaard
  6. hebben bezwaard
v.v.t.
  1. had bezwaard
  2. had bezwaard
  3. had bezwaard
  4. hadden bezwaard
  5. hadden bezwaard
  6. hadden bezwaard
o.t.t.t.
  1. zal bezwaren
  2. zult bezwaren
  3. zal bezwaren
  4. zullen bezwaren
  5. zullen bezwaren
  6. zullen bezwaren
o.v.t.t.
  1. zou bezwaren
  2. zou bezwaren
  3. zou bezwaren
  4. zouden bezwaren
  5. zouden bezwaren
  6. zouden bezwaren
diversen
  1. bezwaar!
  2. bezwaart!
  3. bezwaard
  4. bezwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "bezwaren":


Verwante synoniemen voor bezwaar