Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bezweren in het Nederlands

bezweren:

bezweren werkwoord (bezweer, bezweert, bezweerde, bezweerden, bezweerd)

  1. bezweren
    bezweren; slangen bezweren
  2. bezweren
    verbannen; verdrijven; uitbannen; bannen; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen
    • verbannen werkwoord (verban, verbant, verbande, verbanden, verband)
    • verdrijven werkwoord (verdrijf, verdrijft, verdreef, verdreven, verdreven)
    • uitbannen werkwoord (ban uit, bant uit, bande uit, banden uit, uitgebannen)
    • bannen werkwoord (ban, bant, bande, banden, geband)
    • uitzetten werkwoord (zet uit, zette uit, zetten uit, uitgezet)
    • uitstoten werkwoord (stoot uit, stootte uit, uitgestoten)
    • uitwijzen werkwoord (wijs uit, wijst uit, wees uit, wezen uit, uitgewezen)
    • verjagen werkwoord (verjaag, verjaagt, verjaagde, verjaagden, verjaagd)
    • bezweren werkwoord (bezweer, bezweert, bezweerde, bezweerden, bezweerd)
    • wegjagen werkwoord (jaag weg, jaagt weg, joeg weg, joegen weg, weggejaagd)

Conjugations for bezweren:

o.t.t.
  1. bezweer
  2. bezweert
  3. bezweert
  4. bezweren
  5. bezweren
  6. bezweren
o.v.t.
  1. bezweerde
  2. bezweerde
  3. bezweerde
  4. bezweerden
  5. bezweerden
  6. bezweerden
v.t.t.
  1. heb bezweerd
  2. hebt bezweerd
  3. heeft bezweerd
  4. hebben bezweerd
  5. hebben bezweerd
  6. hebben bezweerd
v.v.t.
  1. had bezweerd
  2. had bezweerd
  3. had bezweerd
  4. hadden bezweerd
  5. hadden bezweerd
  6. hadden bezweerd
o.t.t.t.
  1. zal bezweren
  2. zult bezweren
  3. zal bezweren
  4. zullen bezweren
  5. zullen bezweren
  6. zullen bezweren
o.v.t.t.
  1. zou bezweren
  2. zou bezweren
  3. zou bezweren
  4. zouden bezweren
  5. zouden bezweren
  6. zouden bezweren
diversen
  1. bezweer!
  2. bezweert!
  3. bezweerd
  4. bezwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor bezweren