Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bom:
  2. b.o.m.:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bom in het Nederlands

bom:

bom [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bom
    de projectiel; de bom; de granaat
    • projectiel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bom [de ~] zelfstandig naamwoord
    • granaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de bom
    de granaat; explosief; de bom
    • granaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • explosief [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bom [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. de bom
    – voorwerp dat kan ontploffen 1
    de bom
    – voorwerp dat kan ontploffen 1
    • bom [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er is een bom in het vliegtuig gevonden1

Verwante woorden van "bom":

  • bommen

Verwante definities voor "bom":

  1. voorwerp dat kan ontploffen1
    • er is een bom in het vliegtuig gevonden1

b.o.m.:

b.o.m. [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. b.o.m.
    b.o.m.
    • b.o.m. [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante synoniemen voor bom