Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. casus:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor casus in het Nederlands

casus:

casus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de casus
    de casus; het geval; de kwestie
    • casus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "casus":

  • casussen