Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dogma in het Nederlands

dogma:

dogma [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dogma
    het dogma; het geloofsartikel
  2. het dogma
    het dogma; vaststaande leerstelling
  3. het dogma
    het dogma; de leerstelling; het leerbegrip

Verwante synoniemen voor dogma